24 JUNI 1976
1035
dit verband wil ik vaststellen dat onze fracties
in ieder geval niet onderschrijven dat Het Zuide
lijk Toneel ''Globe" een aangelegenheid van de lan
delijke overheid alleen is. Wij zijn van mening
dat ten aanzien van "Globe" ook door de gemeente
raden en de regio's een beleid moet worden gevoerd
en dat ook voor een deel de verantwoordelijkheid
voor de financiën op dat niveau ligt. Onzes in
ziens kan men de verantwoordelijkheid niet naar
boven toe afschuiven. Evenmin delen wij de opvat
ting van de subsidiëntencommissie dat het rijk
het jeugd- en vormingstoneel zou moeten susidië-
ren. Afgezien van de enigszins cryptische benade
ring in de zienswijze van de subsidiëntencommis
sie waaruit blijkt dat deze opvatting eigenlijk
met zichzelf in strijd is, zijn wij van mening
dat het jeugd-r en het vormingstoneel dicht bij de
mensen staan en derhalve door organen die eveneens
dicht bij de mensen staan dat zijn dus de ge
meenteraden moeten worden behandeld. Naar onze
mening ligt op dat niveau een deel van de verant
woordelijkheid, ook in financieel opzicht. Derge
lijke opvattingen hebben te maken met de ziens
wijze zelf, waarin wordt aangegeven dat er regio
nale centra moeten komen waarbij degenen die der
gelijke activiteiten ondernemen aangesloten moe
ten zijn. Op die manier zou men een stimulerend
effect op de bevolking kunnen uitoefenen, onder
andere op het gebied van het amateurtoneel. Over
zulke onderwerpen wil ik van tevoren praten en de
ze opvatting wil ik ook aan de minister kenbaar
maken, als op zijn minst de opvatting van een deel
van Brabant, Ik kan mij wel voorstellen dat de
subsidiënten alles op haren en snaren willen zet
ten om de fraaie "koekoek-eenzang"-opvatting naar
buiten te brengen. De meerderheden van enkele ge
meenteraden en van de provinciale staten willen
natuurlijk eerste viool spelen, maar er zijn toch
ook tweede en derde violen die het geheel mijns
inziens welluidender maken. Ik wil niet op de
grootste trom slaan, maar ik wil toch onze kleine