24 JUNI 1976 1045 dat ik daar in het algemeen best eens over wil praten. In dit geval is echter na de fractieverga dering nog overleg gepleegd, mede als gevolg van het feit dat wij ten aanzien van Het Brabants Or kest, waarop de amendementen betrekking hebben, niet over tijdige en voldoende informatie op ba sis van de stukken en de commissievergadering be schikten. De informatie was althans niet voldoende om ons standpunt goed te kunnen formuleren. Ik heb daarover vandaag nog overleg gepleegd met enkele leden van onze fracties, alsmede met enige perso nen van dezelfde politieke richting. Dit is de oor zaak ervan dat de amendementen pas vanavond worden gepubliceerd. Hiermee wil ik in zekere zin de heer Visser mijn excuses maken. Overigens zou er in het algemeen over willen spreken of het van te voren kenbaar maken van amendementen gewenst is. De wethouder heeft gezegd dat een fundamente le afweging van de te ondernemen activiteiten ge wenst is, wat ik met hem eens ben. Zijns inziens vormt de begrotingsbehandeling daarvoor een bij uitstek geschikt ogenblik. Ook dat ben ik met hem eens, maar er doet zich te dien aanzien een pro bleem voor, in verband waarmee ik aan indertijd in de raad gemaakte opmerkingen van een fractie voorzitter van de K.V.P. wil herinneren. Wij be sluiten in elke raadsvergadering over allerlei stukken en begrotingen en vanavond zal de raad be sluiten met betrekking tot Het Brabants Orkest voor drie jaar een overeenkomst te sluiten. Nu kan ik straks zo veel afwegen als ik wil en mooie praatjes voor de vaak houden, maar ik zit er dan voor drie jaar aan vast. De bedoeling van het te rugbrengen van de looptijd tot één boekjaar is dan ook dat ik nu wezenlijk en fundamenteel over deze kwestie wil gaan praten. Wanneer dan bij de begro tingsbehandeling het afwegen van allerlei cultuur uitingen tegen elkaar aan de orde komt, zou de o- vereenkomst ten aanzien van Het Brabants Orkest, gesteld dat men tot een andere afweging komt, bin nen een jaar kunnen worden opgezegd. Als het onge-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1045