24 JUNI 1976
1051
overheid en in het bijzonder bij het ministerie
van C.R.M. is ontstaan. Men is namelijk van me
ning dat er nu aan de decentralisatie van welzijns
voorzieningen moet worden gewerkt. Decentralisatie
zou kunnen inhouden dat er een globaal landelijk
plan ontstaat, waarin een globale financiering
wordt aangegeven maar waarbij de plaatselijke en
provinciale overheden de verantwoordelijkheid op
zich nemen voor de verdere effectuering en de in
houd van hetgeen er in een provincie wordt gedaan.
In dat verband kan men in het bijzonder uitspra
ken verwachten over een regionaal centrum, over de
wijze waarop "Globe" daarmee samenhangt, maar ook
over de wijze waarop "Proloog" daarmee samenhangt,
alsmede over de manier waarop in het pakket van
muziekvoorzieningen Het Brabants Orkest een be
paalde rol kan gaan spelen. Dit denkbeeld van de
centralisatie, van de eigen verantwoordelijkheden
die de diverse overheden hebben, heeft de heer
Oomen willen verwoorden. Het gevolg van die ge
dachte is dat de gemeenteraad zeer goed op de
hoogte moet zijn van hetgeen zich op provinciaal
nieveau afspeelt en van hetgeen onze vertegenwoor
diger in het subsidiëntenoverleg daar inbrengt.
De terugkoppeling ten aanzien van wat er nu exact
in het subsidiëntenoverleg is gebeurd is naar ons
gevoel nog niet voldoende geweest. Wij willen met
dit alles geen vertrouwensrelatie omver werpen en
het vertrouwen op zichzelf is niet in het geding.
De kwestie is dat op een gegeven ogenblik door de
commissie culturele zaken puntjes op de i moeten
worden gezet. Omdat wij bijvoorbeeld op het ogen
blik in het geheel niet de beschikking over de no
ta van Het Brabants Orkest hebben, hadden wij het
van een beter beleid vinden getuigen als een en
ander éérst zou zijn besproken en als men niet
zonder meer over ons heen was gerold. Wij hebben
echter wel een beetje het gevoel gekregen dat dit
laatste is gebeurd.
De heer Van Asseldonk heeft gezegd dat dit
onderwerp regelmatig is besproken, maar ik wijs