1064 24 JUNI 1976 al heb geschreven, heb ik deze opleiding niet ge kend, maar het lijkt mij toch wel nuttig dat de toekomstige landbouwingenieurs enigszins van de begaafdheden van de heer Beckers op de hoogte zijn. Toen de heer Beckers in oktober 1975 in Wa- geningen werd benoemd, heb ik hem geschreven dat de beoordeling van zijn vertrek te zijner tijd wel verschillend zou zijn, maar dat dit voor ie mand die werkt en van zich doet spreken ook on vermijdelijk is. Mijnheer Beckers. Ik hoop dat u hier toch een goede tijd hebt gehad en dat u aan de ontmoe tingen met bestuurders en ambtenaren die u bent tegengekomen, een erg goede herinnering zult be houden. Dit is de wens die ik bij uw afscheid erg graag wil uitspreken. De heer VAN DUIJL: Als nestor van deze raad zou ik namens de gemeenteraad van Breda enkele woorden tot het scheidende raadslid willen zeggen De heer Beckers hebben wij gedurende een vrij korte periode in deze raad meegemaakt. Ik geloof dat ik namens ons allen mag zeggen dat hij op een hem eigen wijze en volgens zijn beste manier van werken alle krachten heeft gegeven om in deze raad te functioneren. Dit alles zal op hem, even als op ons, niet altijd een bevredigende indruk hebben gemaakt, maar ik geloof dat wij mogen zeg gen dat de heer Beckers heeft gefunctioneerd zo^ als hij dat zelf heeft gewild. Ik meen dat het jammer is dat hij vertrekt. Hij was naar ik meen in ieders ogen een deskundig raadslid op zijn ter rein. Hij heeft daar al zijn inzet voor gegeven en ik meen dat wij hem daarvoor dank mogen zeggen Namens alle raadsleden geef ik de heer Beckers de beste wensen voor de toekomst mee. De heer BECKERS: Mijnheer, de voorzitter. Ik zou u en de heer Van Duijl willen danken voor de ze woorden. Ik begrijp dat het enigszins moeilijk is de juiste woorden te treffen, gezien de korte periode waarin ik aan de werkzaamheden van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1064