1068 24 JUNI 1976 zeggen. In de welzijnspolitiek in Breda speelt de ge- meente een zeer belangrijke rol. Bij het voeren van welzijnspolitiek in een verzorgingsstaat gaat men uit van de veronderstelling dat men tevreden en gelukkige mensen maakt op wie de maatschappij kan rekenen, als er maar voor wordt gezorgd dat allerlei materiële en immateriële behoeften worden bevredigd. Natuurlijk is het bevredigen van die behoeften, vooral voor groepen die een achterstand hebben,van groot belang.Anderzijds leidt een toe nemende behoefte aan de bovenkant van de maatschap pij tot steeds meer verspillende produktie en tot het in stand houden van ongelijkheid,ontevredenheid en het streven naar steeds maar meer, Te weinig wordt ingezien dat louter verzorging geen mensen- li jke samenleving kan garanderen, Ondanks meer welvaart misschien juist daardoor rr zijn de mensen de afgelopen jaren, ons ijverige politieke werk ten spijt, eigenlijk niet gelukkiger geworden. Er is pas echt welzijn tot stand gekomen, als er een bevredigende oplossing is gevonden voor de structurele problemen van ons systeem. Op de libe ralistische basis van "ieder voor zich en de sterkste wint" bereikt men dat niet, In plaats van een echte gemeenschap is er een toestand ontstaan waarin ieder voor zich tracht te profiteren van een van hem vervreemde maatschappijDe trooste loosheid van nieuwe stadswijken maakt vaak echt samenleven niet of nauwelijks mogelijk. Welzijn houdt volgens mij in dat iedereen medeverantwoorde lijk is voor het maatschappelijk levensproces, dat men zichzelf niet louter beschouwt als een object van de verzorgingsstaat en dat men de ontwikkeling van de maatschappij niet als een wals over zich heen laat rollen. Daarbij moet de gemeenteraad hulp bieden aan de mensen die tot dusverre op de achterste rij hebben gezeten. Ik hoop dat Breda in die zin een groeistad zal worden; een welzijns- groeistad Mijnheer de voorzitter. Ik wens u en de raad

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1068