1071 28 JUNI 1976 krijgen. Er is mij een brief geschreven van de vol gende inhoud: "Hierbij delen wij u mede dat het in onze bedoeling ligt om aan het begin van de raads vergadering van 28 juni a.s. een ordevoorstel in te dienen om te komen tot de behandeling van een extra agendapunt, de problemen rond de industriële werkgelegenheid in Breda en in het bijzonder die bij De ETNA. In de verwachting dat ook u de noodzaak van bespreking van dit onderwerp op dit moment in de raad onderkent, tekenen wij, (w.g.) J. Dreef, R.W. Welschen." Ik stel de raad voor dit ordevoorstel in be handeling te nemen. De heer GEENE: Ik meen in de geest van mijn fractie te spreken als ik zeg dat de gevraagde discussie, gezien het belang van het onderwerp, moet worden toegestaan. Ik zou willen vragen of de heer Welschen bereid is thans een korte toelich ting te geven op de bedoelingen die hij met het ordevoorstel heeft. Vervolgens zou mijns inzièns de kwestie na de, misschien verlengde, koffiepau ze aan de orde moeten worden gesteld, zodat er ge legenheid is voor fractieberaad. De VOORZITTER: Ik zou allereerst willen vra gen of de raad er algemeen mee instemt dat het door de heren Dreef en Welschen aangeduide onder werp aan de agenda wordt toegevoegd. De raad geeft te kennen het bedoelde punt aan de agenda te willen toevoegen. toegevoegd agendapunt: BESPREKING VAN DE INDUSTRIËLE WERKGELEGENHEID IN BREDA, IN HET BIJZONDER BIJ "ETNA". De VOORZITTER: Ik geef het woord aan de heer Welschen voor het geven van een toelichting. Mis schien kan hij tegelijkertijd ingaan op de vraag

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1071