28 JUNI 1976 1072 of de feitelijke behandeling na fractieoverleg in de pauze zou kunnen plaatsvinden. De heer WELSCHENDe heer Dreef is op dit o- genblik enige honderden kilometers van ons vandaan in een wat rustiger omgevingzodat ik het woord van hem moet overnemen. Wij hebben gevraagd dit punt aan de agenda toe te voegen, omdat er bij de mensen die wij regelmatig spreken op het ogenblik een grote onrust heerst over de omvang en de fre quentie waarmee industriële arbeidsplaatsen in Breda verdwijnen. In het bijzonder de situatie bij "Etna'1, die zeer nijpend is, heeft ons op dit spoor gezet. Er is overleg tussen "Etna" en de vakbonden en er zijn afspraken tussen de wethouder van eco nomische zaken, de werkgevers en de vakbonden ten aanzien van de deelname van het college aan dit overleg of activiteiten van het college bij dit overleg.Wij erkennen dat de vakbonden en de werk gevers aparte verantwoordelijkheden hebben en dat zij het onderling eens moeten worden over de wijze waarop een en ander moet verlopen. Dat overleg zouden wij niet willen doorkruisen en wij menen dat wij dat met de discussie die wij willen voeren ook niet zullen doen. Wij hebben het gevoel dat naast het overleg dat werkgevers en werknemers plegen ook voor de overheid een grote verantwoor delijkheid aanwezig is. De werkgelegenheidsproble- matiek is voor het welzijn van de gehele burgerij van uitermate groot belangf niet alleen omdat er economische factoren, ook voor de werknemers aan wezig zijn de hoogte van het inkomen hangt wel enigszins van de werkgelegenheid af maar ook omdat de problematiek van de werkgelegenheid so ciale aspecten heeft. Wij hebben het gevoel dat in het bijzonder laatstgenoemde aspecten voor het gemeentebestuur van Breda van grote betekenis zijn. Naar ons gevoel heeft de overheid -- raad ên college -- in dezen verantwoordelijkheden, die wij niet mogen ontlopen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1072