1081
28 JUNI 1976
1975 stond, beter een stadskermis te kunnen maken
en om te voorkomen dat er, zoals nu, sprake is van
een geïsoleerd gebeuren op een terrein dat te ver
van de eigenlijke binnenstad af ligt.
Mensen die de vroegere Bredase kermis, welke
op vele plekken van de binnenstad leefde en een
hoogtepunt had op het Kloosterplein, kennen, kun
nen zich de gezelligheid herinneren die daarvan
in de gehele binnenstad het gevolg was. Vroeger
was er inderdaad sprake van een stadskermis; nu
lijkt de kermis sterk op een stadsgewestelijk, zo
niet regionaal lunapark waar attracties te zien
zijn die men buiten de hoofdstad Breda niet aan
treft.
Ingaande op de belangstelling die men voor de
mening van de bevolking op dit punt heeft, betreur
ik het te moeten constateren dat niet alleen bij
het college maar ook bij de andere fracties van
deze raad deze belangstelling in de praktijk ge
ring is. Zowel het Comité Behoud Binnenstad als
de leden van de federatie van fracties P.v.d.A,/
P.P.R. in de commissie economische zaken hebben
uitdrukkelijk gevraagd de mening van de bevolking
over de Bredase kermis te peilen. Wij hechten
daar zeer aan, te meer daar uit de peiling van het
Comité andere opvattingen resulteerden dan uit de
meningspeiling die b. en w. hebben gehouden onder
de zakelijk belanghebbenden en bij de diensten
die voor een goede veiligheid moeten zorgen. Naar
onze mening dient een goed bestuurder met alle
betrokkenen te spreken, dus in dit geval ook met
de bevolking, ook al lijkt aan het standpunt van
de belanghebbenden en van de diensten niets te
kunnen worden veranderd.
Zoals ik hiervóór reeds heb uiteengezet
dit mede als reactie op het betoog van de heer
Suurmeijer is er wel degelijk iets aan de ont
wikkeling te doen. Een kermis is niet een onver
anderlijk gegeven dat zich noodzakelijkerwijze tot
een grotere schaal ontwikkelt; men kan sturend op
treden en uitsluitend of in meerderheid attracties