1085 28 JUNI 1976 de bevolking, verzoekt het college het voorstel aan te houden en te onderzoeken hoe door meer kleinere at- tracties aan te trekken alternatieve, meer in de binnenstad gelegen situeringen mogelijk zijn en daarover (eventueel middels proefne mingen) de mening van de Bredase bevolking te peilen." De motie is ondertekend door de heren Houben, Crul, Welschen en Jongeneel. Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Houben mede onderwerp van beraadsla ging uit. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik vraag mij af wat ik na het uitvoerige voorstel van het college en de opmerkingen die daarover door de heren Van Banning en Suurmeijer zijn gemaakt, nog moet zeg gen. De heer Suurmeijer heeft gezegd dat de rea liteit onder ogen gezien dient te worden en als ik de heer Houben aanhoor, kom ik tot de conclu sie dat het daar inderdaad wel een beetje om gaat. Een open oog voor de ontwikkelingen is, voor zo ver ik dat heb kunnen vaststellen, bij de heer Houben eigenlijk niet aanwezig. Hij gaat op geen enkele wijze in op de veiligheidsaspecten van het overbrengen van de kermis naar de binnenstad, noch op enig ander argument dat niet alleen door economisch belanghebbenden in dezen is aange voerd. Ik zou erop willen wijzen dat wij behalve de economisch belanghebbenden dan ook anderen heb ben geraadpleegd. Het aantal economisch belang hebbenden is overigens nogal groot: behalve de kermisbonden is hier ook het gehele marktwezen van de dinsdag- en vrijdagmarkt in het geding, aange zien er veertien dagen lang geen gelegenheid tot het houden van de markt zou zijn. Ik denk in dit verband voorts aan de gehele binnenstad en aan de winkeliers in de binnenstad die ook..,.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1085