1087 28 JUNI 1976 op. In de eerste plaats is de Ginnekense kennis altijd op het ruime Schoolakkerplein met een stuk je Viandenlaan gehouden. Dit plein wordt in de loop van het jaar nergens anders voor gebruikt dan om te rolschaatsen. Men zou overigens eens aan de omwonenden moeten vragen welke overlast zij van de kermis op het Schoolakkerplein hebben. Een ander punt waarop de heer Houben is inge- gaan is de overlast van de kermis op haar huidige plaats voor de binnenstadsbewoners. Ik begrijp daar niets van. Naar mijn gevoel is de kermis thans op een plaats gevestigd waar de bewoners van de binnenstad het minste overlast wordt aange daan. Iedere andere plek zou meer overlast met zich meebrengen. Over het instellen van een enquête is ook in de commissie al vrij uitgebreid van gedachten ge wisseld. Zoals men zal begrijpen onderschrijven wij de mening van de heren Van Banning en Suur- meijer volkomen. De organisatie van een dergelijke enquête is ingewikkeld, in het bijzonder wanneer men tot een eerlijke vraagstelling wil komen. Het is duidelijk dat de kermis in Breda zowel door de kermismensen zelf als door de bezoekers op hoge prijs wordt gesteld; anders zouden zij niet komen. Daarnaast dient men valse schijn te vermijden en niet de indruk te wekken dat er vele alternatie ven aanwezig zijn. Wanneer er sprake is van een enquête onder de bevolking van Breda, vraag ik mij af hoe men niet-bezoekers van kermissen duidelijk zou moeten maken wat de exacte vraagstelling is en welke beperkingen er vooraf zijn. De beperking die de heer Houben aangaande het enquêtegebied heeft aangebracht, spreekt mij in het geheel niet aan. De Bredase kermis is van ouds her tevens een kermis voor de wijde omtrek van Breda. Onze kermis is niet beperkt geweest tot de bevolking van Breda en het lijkt mij onlogisch haar in de toekomst wèl daartoe te gaan beperken. Samenvattend kan ik het volgende zeggen. De kermismensen zijn over de huidige plaats zeer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1087