28 JUNI 1976 1092 ook naar de schadelijke effecten die dit op de binnenstadssfeer kan hebben. Vanuit die intentie hebben wij eigenlijk een zeer eenvoudig voorstel gedaan, dat wij eerst in de commissie ter tafel hebben gebracht en dat wij nu nog eens even met onze motie ter verwerping hebben onderstreept. Dit voorstel komt erop neer dat de beslissing naar on ze mening moet worden aangehouden en dat moet wor den nagegaan of aan de hand van discussies met de bevolking niet tot alternatieven kan worden geko men. Voorts menen wij dat moet worden onderzocht hoe de bevolking erover denkt. De wethouder ver schuilt zich te gemakkelijk achter de opmerking dat een dergelijk onderzoek veel te moeilijk is, terwijl de heer Van Banning uit de omstandigheden dat de C,DA.^fractie en de raad als geheel wei nig benaderd is, heeft afgeleid dat er op dit punt bij de bevolking kennelijk niets leeft. De heer VAN BANNING: Wij zijn helemaal niet benaderd, behalve dan door het Comité! De heer HOUBEN: Maar dat zegt toch nog niets? Het is mogelijk dat de bevolking onvoldoende geïn formeerd was of dat zij óók denkt dat de appara ten alleen maar groter moeten worden. Men zou er echter op kunnen wijzen dat er door het aantrek ken van kleinere attracties wel degelijk alterna tieven kunnen worden gecreëerd en men zou alter natieve plaatsen kunnen noemen. Ik wijs overigens de heer Suurmeijer erop dat wij als alternatieve plaatsen de volgende straten en terreinen hebben genoemd. Bij De Beyerd/Vlaszak woont nu praktisch niemand meer en ook boven de sociale dienst komen helaas geen woningen: op deze plaats zou derhalve wellicht een goede gelegenheid zijn, die overigens niet door het comité is genoemdevenmin als de Nieuwe Haagdijk, waar vroeger ook kermis was.Het comité heeft zelf in dit verband nog fiet Klooster plein genoemd.Er zijn dus geen vrijblijvende kre ten geslaakt,noch door ons,noch door het comité Behoud Binnenstad,maar er zijn wel degelijk andere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1092