28 JUNI 1976 1096 burgemeester en wethouders te belasten met het af doen van de brief van het Comité Behoud Binnenstad, waarbij mededeling van de beslissing van de raad zal worden gedaan. De heer HOUBENIs het mogelijk ook het deel van de notulen dat op dit onderwerp betrekking heeft te zijner tijd aan het Comité toe te zenden? De VOORZITTER; Wij zullen daar een aanteke ning over maken. Ik denk dat dit geen bezwaar zal ontmoeten; het Comité weet op die manier hoe de besprekingen zich hebben voltrokken. De raad besluit overeenkomstig het voorstel van de voorzitter 33. bijlage nr. 198. VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT HET TREFFEN VAN EEN DADING INZAKE EEN GESCHIL TUSSEN DE GEMEENTE BREDA EN DE SKOL BROUWE RIJEN N.V. M.B.T. DE BEËINDIGING VAN EEN GE- BRUI KSOVEREENKOMST (G) De heer MARTENS: Daar zit je dan als lid van de commissie jeugd, sport en recreatie met een kwestie die naar mijn mening toch wel juridisch van aard is! Ik vraag mij dan ook in allen gemoede af of dit onderwerp niet mede in de commissie o- penbare werken aan de orde had moeten komen. Het onderhoud van het gebouw neemt in het voorstel immers een belangrijke plaats in. Wij betreuren het dat een en ander zo lang heeft geduurd en dat men niet eerder een voorstel aan de raad heeft gedaan. Ik zou enkele vragen willen stellen. Hoe was de bouwkundige toestand van het gebouw, toen de gemeente Breda het aanvaardde? Is deze toestand destijds beschreven? De kwestie is naar onze me ning juridisch van aard en ik neem aan dat het college een en ander goed heeft bekeken. Toch zijn er nog enkele punten waarop het beleid in de zen naar mijn mening vraagtekens oproept. Ik wijs

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1096