109 5 FEBRUARI 1976 zeer duidelijk hoe moeilijk echte inspraak te reali seren is. B. en w. meenden het goed te hebben gedaan door de Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk tussen de belanghebbenden en de gemeente te laten coördi neren, maar achteraf bleek de beslissing die inzake de speelgelegenheid in de Veurnestraat was genomen, zeer aanvechtbaar te zijn, zodat het college moest besluiten het reeds eerder begonnen werk in deze straat stop te zetten omdat de bewoners van de Veur nestraat heftig protesteerden. De bewoners van de Veurnestraat willen namelijk niet dat de speelgele genheid die uit de Menenstraat moest verdwijnen nu in hun straat wordt gesitueerd. Achteraf kunnen wij de vraag stellen waarom de bewoners van de Veurnestraat niet aanwezig zijn ge weest bij de door de Stichting Buurt- en Wijkopbouw- werk belegde vergadering. In die vergadering hadden zij hun bezwaren vooraf kenbaar kunnen maken. Som mige bewoners van de Veurnestraat zeggen dat zij geen uitnodiging hebben ontvangen, terwijl de Veur- nestraat-bewoners die blijkbaar wèl van de uitge schreven vergadering op de hoogte waren, te kennen geven dat zij vóór uitbreiding van speelgelegenheid zijn maar niet veronderstelden dat de speelgelegen heid midden in de straat zou komen te liggen. Laatst bedoelde bewoners gingen ervan uit dat de speelge legenheid op het aan het begin van de straat liggen de brede stuk grasveld zou worden gesitueerd. Dit zijn reacties van bewoners van de Veurne straat, niet alleen van degenen die de nrs. 40 t/m 58 bewonen maar ook van de meeste bewoners van de nrs. 20 t/m 38, oftewel: de overige bewoners. Naar aanleiding van deze voorgeschiedenis is één ding voor ons heel duidelijk, namelijk dat dege ne die het college heeft geadviseerd van de Veurne straat een speelstraat te maken, ervan is uitgegaan dat iemand die niet bij de vergadering aanwezig was, vóór de speelgelegenheid in de Veurnestraat was. Wij zijn het volkomen eens met het voorstel van het college, inhoudende dat aan de Veurnestraat weer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 109