28 JUNI 1976
1100
van de jaren 1962 t/m 1974 nog maar eens na. Van
nieuwe ideeën of ontwikkelingen merk ik in deze
nota niet veel. Zo lees ik bijvoorbeeld niets over
de kinderboerderij
De beleidsuitgangspunten en de toetsingscri
teria hebben onze instemming. Na lezing van par.
6, waarin de uitgangspunten aan de orde komen,
dacht ik; nu gaat het pas echt gebeuren! Boven
par. 7 staat namelijk het belangrijke opschrift
"Beleidsuitgangspunten en beleidsvoorstellingen"
maar de inhoud van deze paragraaf viel helaas wat
tegen. Wij kunnen het ermee eens zijn dat verder
gaande studie zal moeten worden ondernomen, maar
wij menen dat de vele studies het tot stand komen
van wat op dit gebied broodnodig is, niet mogen
afremmen. Ik geef toe dat het niet eenvoudig is
alles tegelijk te doen, maar ook hier rijden de
bestuurlijke en de maatschappelijke treinen ge
woon door. Het zal de kunst zijn ons daaraan, zo
nodig met nieuwe spelregels aan te passen.
Enkele vragen wil ik het college niet ont
houden. Het lijkt ons voorshands verstandig in de
ze sector niet direct te starten met te veel, te
dure en te grote projecten. Bij de jonge mens wij
zigen de behoeften zich dikwijls en soms nogal
ingrijpend. Waar is het meetpunt voor de behoef
ten ingebouwd? Wellicht kunnen wij hierbij de ou
ders inschakelen. Naar aanleiding van de opmer
kingen die terecht over de inspraakprocedure wor
den gemaakt zou ik een suggestie willen doen: zou
het spelende kind eventueel op experimentele
basis een bijdrage tot de inspraak kunnen le
veren? Zou in toekomstige studies aan dit aspect
aandacht kunnen worden geschonken?
Op blz7 onderaan wordt ingegaan op de spe
cifieke eisen voor de verschillende leeftijds
groepen, maar over de daarbij behorende speelbe-
hoeften schrijft men niets.
Waar zal een begin met de activiteiten wor
den gemaaktin Princenhagein de Haagse Beemden
of ergens anders? Kan de wethouder voorts iets