1107
28 JUNI 1976
len en allerlei andere speelwerktuigen. Het inte
greren van de mogelijkheden tot spontaan spelen
in de woonomgeving is eigenlijk één van de belang
rijkste elementen van de nota. Dit neemt niet weg
dat kunstmatige, speciaal aangelegde speelvoorzie-
ningen dus grote en kleine speeltuinen nodig
zijn en wel om twee redenen. In de eerste plaats
vervullen dergelijke speelvoorzieningen een aan
vullende functie op een goede omgeving: zij bren
gen op zichzelf de nodige spelbegeleiding met zich
mee. In de tweede plaats bieden bedoelde speel
voorzieningen de mogelijkheid tot compensatie in
wijken die vroeger naar de maatstaven van vandaag
onvoldoende zijn ingericht die niet op een dusda
nige manier kunnen worden aangepast dat alle wen
selijke verbeteringen tot stand te brengen zijn.
Ook in dergelijke wijken vormt een speciaal aange
legde speelvoorziening een zeer goede, zij het al
ternatieve, mogelijkheid. Hoe meer geïntegreerd,
hoe beter: dat is het credo dat in deze nota
staat
Er is nog geen prioriteitenschema en er wor
den nog geen plaatsen voor nieuwe speeltuinen -aan
gewezen. Met deze vraagstukken zal zich een com
missie gaan bezighouden waarin naar ik aanneem
deskundigen van de Stichting Ruimte voor de Jeugd
zitting hebben en waarbij naar ik hoop ik zal
de desbetreffende suggestie overbrengen ook
Veilig Verkeer Nederland zal worden betrokken. Ik
zou het jammer vinden als de commissie bij voorbaat
zou worden vastgelegd op een uitgewerkte beleids
nota die per 1 januari 1977 op tafel zou moeten
liggen. De tijd tot 1 januari 1977 is mijns in
ziens veel te kort, vooral omdat er een volledige
inspraakprocedure moet worden gevolgd. De sugges
tie, inhoudende dat men behalve de ouders ook de
kinderen zou moeten laten meespreken, zal ik even
eens overbrengen aan degenen die zich met deze ma
terie gaan bezighouden. De procedure die ten aan
zien van de nota inzake het recreatiebeleid van
het stadsgewest is gevolgd, is in ieder geval