28 JUNI 1976 1108 bekend bij de dienst jeugd en sport. Ik zal er op wijzen dat een dergelijke procedure naar de mening van de heer Gielen geschikt is voor het betrekken van de bevolking bij het speeltuinenbeleid Met deze nota wordt inderdaad bereikt maar dat was al zo dat naast de grote speeltuinen ook de kleine speeltuinen wat het beleid betreft door de dienst jeugd en sport zullen worden bege leid. Het voorstel van 1974 tot het beschikbaar stellen van een krediet van 25.000,behelsde inderdaad in zekere zin meer dan door de ter tafel liggende nota wordt gedekt. In andere zin behelsde voornoemd voorstel echter veel minder. Een verkla ring daarvoor vindt men op blz. 4 van de nota: on der meer de wijze waarop de heer Rupert te werk is gegaan heeft ertoe geleid dat de nota meer het ka rakter van een beleidsstuk heeft gekregen dan van een duidelijke beoordeling van de situatie. Wel iswaar heeft de heer Rupert een dergelijke beoor deling gegeven, maar dan toch wel vanuit een tame lijk persoonlijk objectief. Ook heeft men in min dere mate een beoordeling kunnen geven van het spreidingsbeleid dat is gevolgd c.q. in de toe komst zal moeten worden gevolgd. De heer GIELEN: Tijdens mijn betoog heb ik de wethouder gevraagd of de nota zal worden gebruikt zoals zij is bedoeld en of er financiële mogelijk heden zullen worden geschapen. Ik heb gevraagd of de nota wellicht een kapstok zal worden waar men weer van alles aan zou kunnen hangen. Ik ben van mening dat de dienst jeugd en sport ten aanzien van het speelbeleid over ruimere mogelijkheden zou moeten kunnen beschikken. Graag zou ik de wet houder willen vragen of hij daar nog op zou willen ingaan. Ook zou ik nog graag iets over het kind in het verkeer en over Veilig Verkeer Nederland wil len horen. Overigens dank ik de wethouder voor de uiteenzetting die hij heeft gehouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1108