1127
28 JUNI 1976
allen voor deze grote problemen hebben en welke
wegen staan ons daarbij open? Ik geloof dat wij
ons dan inderdaad niet zouden moeten beperken tot
de Etna alleen. Natuurlijk deelt ook het C,D.A.
de verontrusting inzake het afnemen van de werk
gelegenheid bij de Etna. Ik meen dat het van wer
kelijkheidszin getuigt als wij constateren dat de
oplossing niet in de gieterijen moet worden ge
zocht, want als ik het goed begrepen heb zijn vele
deskundigen het er op landelijk niveau over eens
geworden dat er in deze branche 857 plaatsen zou
den moeten vervallen, doodeenvoudig omdat er geen
brood meer in zit. Dat is natuurlijk bijzonder
droevig, maar ik geloof dat wij ook de realiteits
zin moeten hebben om dat in te zien, tenzij wij
in de gelegenheid zouden zijn andere studiën te
produceren, te doen produceren of mede in de be
schouwingen te betrekken waaruit blijkt dat het
gieterijargument geen juist argument is. Het is
natuurlijk goed dat de provincie en het rijk zich
bewust zijn van de situatie in en rond Breda. Het
is een goede zaak dat wij erop wijzen dat die si
tuatie zo is en dat er andermaal een stuk werk
gelegenheid wegvalt, terwijl er in plaats van een
reële groei een teruggang valt te constateren. Uit
anderen hoofde weet ik dat ook de minister van
Economische Zaken hier zowel een open oog als zorg
voor heeft, mede gelet op het feit en ik neem
aan dat dit toch wel een onderdeel van het kabi
netsbeleid is geweest dat ook in het Bredase
impulsen zijn gegeven voor ontwikkelingen in het
industriegebied dat hier moet komen. Economische
Zaken is ook ten nauwste betrokken bij de werkge
legenheid zoals die gezien wordt in het project,
dat valt onder het beheer van het Industrie- en
Havenschap Moerdijk. Hier zijn belangrijke kwes
ties aan de orde en dan ben ik het wel met de
V.V.D-spreker eens als hij zegt dat het goed zou
zijn geweest als wij ons hier wat langduriger op
die materie hadden bezonnen. Ik zeg niet dat dit
geen onderwerp van voortdurende bezinning is, want