5 FEBRUARI 1976 112 Op 9 september 1975 heeft de wethouder opnieuw een gesprek gevoerd met een delegatie van de Veur- nestraat 40 t/m 58. Dan schijnt het mis te gaan. Naar aanleiding van dat gesprek van 9 september j.l. lezen wij in het preadvies dat het college het niet zinvol acht tegen de wil van een aantal bewoners de onderhavige voorzieningen aan te brengen. Zonder enig overleg met de opbouwraad Breda-Noord en de bewoners van de omliggende straten wordt nu op on democratische wijze het genomen besluit, dat demo cratisch tot stand was gekomen, van de tafel ge veegd. Onze vraag is: wat heeft het college bewogen deze procedure toe te passen? Voor de fracties van Partij van de Arbeid en P.P.R. is het onbegrijpelijk en onaanvaardbaar dat een besluit dat door middel van inspraak en medezeggenschap van de bewoners tot stand is gekomen op deze wijze wordt afgedaan. In spraak en vooral medezeggenschap wegen voor onze fracties zeer zwaar. Dit zijn instrumenten die men serieus moet hanteren. Naar ik heb vernomen wordt ook door het college aan inspraak en medezeggen schap een hoge prioriteit gegeven, zoals blijkt uit een uitspraak, gedaan tijdens de laatstgehouden hearing inzake de binnenstad in de stadsschouwburg. Door de procedure die b. en w. nu volgen wordt scha de berokkend aan het enthousiasme van burgers die voortdurend bij de vormgeving van de directe leef omgeving zijn betrokken. De vorige keer dat dit voorstel aan de orde was, is precies hetzelfde gevraagd als vandaag. Wij stellen vast dat er sindsdien niets is gebeurd, be halve dan dat de heer Van Asseldonk heeft daar zojuist ook over gesproken er op 19 december een briefje aan de opbouwraad Breda-Noord is gezonden, waarin het college mededeelt van de brief van de opbouwraad kennis te hebben genomen en stelt dat er, gezien de gesprekken die met een kleine groep men sen zijn gevoerd, geen behoefte aan nieuw overleg is. Wat is dit voor een politiek? Er is in het ge heel geen uitvoering aan het door de raad genomen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 112