1137
28 JUNI 1976
de groeistad hier een belangrijke rol gaat spelen
en dat het rijk ook in dat verband voor werkgele
genheid moet zorgen. Dat aanvaarden wij natuur
lijk. Verder vind ik het verwijzen door de heer
Dees naar het rijk volkomen logisch, want ik kan
mij voorstellen dat hij probeert zijn wethouder
te beschermen en de aangelegenheid op een ander
niveau te brengen. Wij willen er echter op wijzen
dat de gemeente zo'n grote verantwoordelijkheid
heeft dat wij daarvoor duidelijke procedures moe
ten afspreken, waarover wij een notitie zouden
moeten krijgen.
Wij hebben eerder, wanneer het over werkge
legenheid ging, al gezegd dat het college zich
naar onze mening te eenzijdig op de dienstensec
tor zoals die misschien niet helemaal juist
wordt genoemd richt. De industriële werkgele
genheid is, hoewel daarvoor inderdaad een aantal
terreinen wordt aangewezen en hoewel er acquisi
tie is, ook een ontzettend belangrijk punt, maar
waarschijnlijk niet het enige.
De heer Dees heeft gewezen op de vragen van
de heer Dreef en de antwoorden die naar aanlei
ding daarvan zijn gegeven. Hij heeft het college
verzocht uit te leggen wat de gedragslijn in dit
soort kwesties is en ik zou dat verzoek gaarne
willen ondersteunen, want daarbij zal naar ik aan
neem duidelijk worden dat het college te passief
optreedt wanneer zoveel honderden arbeidsplaatsen
in discussie komen. Dan wordt gezegd dat het over
leg bij Etna niet mag worden doorkruist. Ik hoop
dat uit hetgeen ik zoëven heb gezegd over de vak
beweging en de rol die wij haar zouden willen
toedelen, duidelijk is geworden dat van een door
kruising geen sprake is. Het gaat hier om een
aanvulling op hetgeen daar gebeurt.
De heer Van Banning heeft aangegeven dat de
Etna-kwestie ook zijn fractie met zorg vervult.
In feite is hij het dus gewoon met het eerste deel
van de motie eens. Hij spreekt ook over de vele
activiteiten die vanuit de gemeente in de richting