1149
28 JUNI 1976
men daar enkele weken eerder mee komt als men
meent de kwestie in deze vorm aan de orde te moe
ten stellen. Eigenlijk had het een gezamenlijke
zorg moeten zijn en als men vond dat het niet vol
doende was uitgespit had men het nog eens extra
in de commissie economische zaken op tafel moeten
leggen.
Voorts had ik liever gezien dat er vanavond
helemaal geen motie zou zijn ingediend. Ik heb
deze opmerking hier en daar al laten vallen, maar
zij heeft kennelijk geen weerklank gevonden; een
stem eens roependen in de woestijn. Nu men de mo
tie echter handhaaft vind ik dat ik mij moet aan
sluiten bij de motie die mede door de V.V.D. is
samengesteld. Wat is namelijk het geval? Ik ben
van mening, dat in dit opzicht door het college
en met name door de wethouder van economische za
ken al het mogelijke is gedaan. Als ik die mening
niet was toegedaan zou ik zelf laakbaar zijn,
want dan had ik hem er eerder op moeten wijzen.
Ik weet ook dat de wethouder bepaalde wegen zijn
ontzegd, dat men hem heeft verzocht daar buiten
te blijven omdat er een overleg gaande is. Dat is
hier ook door de wethouder bevestigd en dan kan
ik moeilijk zeggen dat hij naar mijn mening nog
meer had moeten doen. Als ik die mening had zou
ik dat ook concreet hebben aangegeven. Ik vind het
een goede zaak dat wij hier gezamenlijk onze zorg
uitspreken; ik vind ook en dat wil ik herhalen
dat wij er gezamenlijk voor moeten zorgen dat
dergelijke belangrijke aangelegenheden niet in
het partij-politieke vlak worden getrokken. Wij
moeten onze gemeenschappelijke zorg uiten in de
richting van alle overheden en wij moeten aandacht
vragen voor de problemen waarmee wij worstelen.
Dat hierover toch ook in de gelederen van de heer
Welschen genuanceerd gedacht wordt meen ik te mo
gen afleiden uit de woorden van een raadslid dat
kortgeleden is vertrokken. Hij zei bij zijn af
scheid: "De gemeente doet teveel aan de welvaart
en de economie en te weinig aan welzijn". Dit