28 JUNI 1976
1152
was. Dat is een ander soort overleg dan' hetgeen
wij ons hier voorstellen. Bovendien is het bemid
deling, Wij hebben gevraagd naar Internatio-Muller
te gaan dat overleg was op dat moment niet aan
de orde -- en bij Internatio-Muller concreet de
diensten aan te bieden om te bezien of van de zeer
veelsoortige activiteiten van Internatio-Muller,
gezien de werkloosheidsproblematiek in deze regio,
misschien nog het een en ander kon worden verwacht.
U weet dat Internatio-Muller op andere gebieden
in de metaalsector actief is en wij weten dat men
ook in andere gebieden met zeer grote problemen
te kampen heeft, maar in overleg moeten er oplos
singen denkbaar zijn. Die stap is niet gezet en
het feit dat zulke grote bedrijven misschien nog
sterker dan een gemeentelijke overheid bepalen hoe
in een bepaalde regio de werkgelegenheidssituatie
wordt is iets waar wij vanaf moeten. Wij moeten
in gezamenlijk overleg te werk gaan en dat is van
uit het C.D.A. voortdurend gezegd, met de beper
king dat wij in deze raad moeten trachten tot o-
vereenstemming te komen. Het is echter belangrij
ker dat de vakbeweging, de grote ondernemers en
de overheid gezamenlijk bepalen hoe de werkgele
genheid het best kan worden gespreid en daarbij
kunnen de gemeenten als regionale vertegenwoordi
gers een bijzonder belangrijke rol spelen.
Wij bevinden ons op het ogenblik in een moei
lijke situatie. Beide moties formuleren de onrust
die in deze raad ten aanzien van de werkgelegen
heidssituatie bij Etna heerst. De heer Van Banning
heeft aangegeven dat hij het tijdstip, waarop wij
met dit ordevoorstel komen, wat merkwaardig vindt
als dit alleen verband houdt met het feit dat wij
op vakantie moeten. Ik heb erbij gezegd dat de
kwestie nu aan de orde is gesteld omdat de ontsla
gen zeer binnenkort zullen gaan vallen en als wij
nu niet praten hoeft het niet meer. Dat is mis^
schien een veel belangrijker argument.
De heer VAN BANNING: Dat wist u een paar we-