1155 28 JUNI 1976 afspraak vastgelegd, zoals wij die in onze bespre king van 16 juni j.l. hebben gemaakt, inhoudend dat wij ons als gemeente openstellen voor het be schikbaarstellen van alle ambtelijke c.q. andere deskundige hulp aan de op de Etna benoemde her plaatsingscommissie inzake contacten met andere Bredase bedrijven en instanties, waarbij ook ge dacht wordt aan eventuele her- en omscholingsac tiviteiten van de betrokken werknemers. Dat is de afspraak die, gelet op de afspraken van 16 juni j.l. om vooralsnog niets te doen, is gemaakt. Als op dit moment de mogelijkheid wordt on derkend om van de zijde van de gemeente nog wat meer in het belang van de werknemers van Etna te doen, dan lijkt mij dat één telefoontje in de richting van deze wethouder voldoende was geweest want aan bereidheid bestaat bij ons geen gebrek. Als wij een bijdrage kunnen leveren doen wij dat onmiddellijk en ik begrijp daarom ook nog steeds niet waarom dit op deze wijze heeft moeten plaats vinden. De motie van de heer Dees die mede namens het C.D.A. is ingediend kan van onze zijde worden ondersteund omdat zij een ondersteuning van het gevoerde beleid inhoudt. Ik moet u wel zeggen dat het effect uiteraard geringer wordt indien een deel van de raad meent deze motie niet te kunnen onderschrijven, waardoor het resultaat voor de werknemers van Etna uiteraard wordt verminderd. De VOORZITTER: Ik vind dat wij het debat nu zo langzamerhand moeten gaan afsluiten. Het is erg jammer dat wij waarschijnlijk niet tot een eensluidende uitspraak zullen kunnen komen, maar het is nu eenmaal niet anders. De indieners van de moties hebben er geen twijfel over laten be staan dat ingevolge hun wens over de beide moties moet worden gestemd. Het lijkt mij het beste de moties in volgorde van indiening in stemming te brengen, hetgeen dus inhoudt dat eerst de motie van de heer Welschen aan de orde komt en vervolgens

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1155