115 5 FEBRUARI 1976 de feitelijkheid moeten erkennen en dat wij op onze schreden moeten terugkeren. Omdat wij naar mijn me ning aan degenen die het meest bij deze situatie betrokken zijn genoegdoening moeten geven, adviseer ik de raad met klem het ter tafel liggende voorstel te aanvaarden. Dit voorstel komt tegemoet aan de mening die de meest betrokkenen in de Hoge Vucht omtrent de situering hebben. De heer DREEF: Naar aanleiding van het ant woord van de wethouder stel ik vast dat geen uitvoe ring is gegeven aan het door de raad in meerderheid genomen besluit eerst een nieuw gesprek met de be trokkenen te voeren. Voorts stel ik vast dat door het ter tafel liggende voorstel schade is berokkend aan organen waarin burgers gezamenlijk bezig zijn vorm aan hun leefomgeving te geven. Op grond van bovengenoemde conclusies is de federatie van fracties van P.v.d.A. en P.P.R. tegen het voorstel van b. en w. De heer LAMBREGTSDe heer Dreef heeft gezegd dat wij blijkbaar geen begrip voor inspraak en me dezeggenschap hebben. Als de heer Dreef goed heeft geluisterd, heeft hij kunnen horen dat een belang rijk punt van overweging voor ons is geweest dat er besluiten zijn genomen tijdens een vergadering waar zeven mensen aanwezig waren. De heer DREEF: Die vergadering was wel democra tisch gekozen! De heer LAMBREGTSAls er één bepaalde straat in het geding is en de organisatoren van een verga dering komen tot de ontdekking dat er maar twee of drie mensen uit die straat aanwezig zijn, dan is het naar mijn mening levensgevaarlijk over die straat toch advies aan b. en w. uit te brengen. Op grond van overwegingen van democratie zou ik dan de moeite nemen nog eens met de bewoners van de straat-in-kwestie te spreken. Ik heb aan de bewoners van de Veurnestraat gevraagd hoe het kwam dat zij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 115