1167 28 JUNI 1976 ling hebben wij er ook al op aangedrongen een on derzoek te verrichten naar de bouwkundige staat van de schouwburg, waarna met mogelijke oplossin gen en een financieel overzicht zou kunnen worden gekomen. Als men tegen die achtergrond dit voor stel bekijkt, waarbij zo'n 100.000,-- voor een artiesten-foyer zou moeten worden uitgetrokken... De heer TEN WOLDE: Ik meen dat ook de linkse fracties zich tijdens de behandeling van de bin nenstad duidelijk hebben uitgesproken voor hand having van de schouwburg op deze plaats. De heer HENDRIKSEN: Ik heb ook geen moment gezegd dat de schouwburg niet gehandhaafd zou moe ten worden. Ik heb alleen gezegd dat het gebouw niet zo sterk in zijn schoenen staat. Het al dan niet handhaven is ook geheel niet aan de orde. In discussie is het feit dat hier 100.000,— voor het uitbreiden van de artiestenfoyer wordt gevo teerd. Wij zeggen dat de totale situatie van de schouwburg slecht is en in ogenschouw moet worden genomen. Er moet een plan komen om daar iets aan te doen en op grond van een dergelijk plan kan wor den bezien wat er integraal in de schouwburg kan worden verbeterd.Alles wat je nu doet is pleister werk en daar zijn op dit moment noch de gemeente noch de schouwburg mee gediend. Daarbij spelen ook nog andere argumenten een rolIn de gesprek ken die wij met de directeur van de schouwburg hebben gevoerd en daarvoor in de begrotingsge- sprekken is deze prioriteit als zodanig nooit op gevoerd. Die prioriteit is in de loop van het jaar ingevoegd omdat bleek dat binnen de begroting van de schouwburg flinke bedragen over waren. Je kunt je dan afvragen of je die bedragen in de schouwburg en in andere prioriteiten op cultuurge bied moet steken. Wij vinden dat op zich een dui delijke discussie waard, want deze kwestie is in de commissie niet besproken. Het blijft op deze manier een erg "ad hoccerige" aangelegenheid en op grond daarvan willen wij ook niet met het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1167