28 JUNI 1976 1168 voorstel meegaan. De heer SUURMEIJER: Ik heb twee korte opmer kingen. De V.V.D.-fractie zal dit voorstel onder steunen, mede in verband met het feit dat een goe de accommodatie voor de artiesten vandaag de dag tot de secundaire arbeidsvoorwaarden mag worden gerekend. Willen wij in Breda kwalitatief hoog staande gezelschappen kunnen blijven aantrekken, dan zullen wij ervoor moeten zorgen dat die accom modatie in orde is omdat men anders aan Breda voorbijgaat. De heer HENDRIKSEN: De werkgelegenheid in die branche is ook niet zo geweldig groot en met het oog daarop kan er naar mijn gevoel echt wel één of twee jaar worden gewacht voordat de totale schouwburg wordt aangepakt. De heer SUURMEIJER: Je hebt toneelgezelschap pen en toneelgezelschappen. De kwalitatief hoog staande gezelschappen hebben nog steeds voldoende werk en zij behoeven echt niet naar Breda te ko men. Een stukje sociaal beleid voor artiesten vinden wij hier echt wel op zijn plaats. Wethouder VAN GRAAFEILAND: Ik zal die werk- gelegenheidsopmerking van de heer Hendriksen maar laten liggen. Uit de situatie bij de stadsschouw burg blijkt wel dat het gebouw uitstekend kan functioneren, want het is één van de best lopende schouwburgen terwijl het eigenlijk een slecht ge bouw is. Het gebouw op zichzelf is dus niet bepa lend voor het functioneren ervan. In de loop der tijd is in de sector cultuur stap voor stap een heleboel aan het verbeteren van de publieksaccom- modatie gedaan. Alles voor de deuren is uitste kend in orde en wordt ook uitstekend in orde ge houden. Het is dan ook volkomen terecht dat nu eens achter die deuren wordt gekeken en dat u nu een voorstel krijgt om de artiestenfoyer te ver beteren. De leden van de culturele commissie we ten dat de artiestenfoyer op het ogenblik ongeveer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1168