12 AUGUSTUS 1976 1191 eigenlijk voor een voldongen feit wordt gesteld. De reeds aangevangen bouw betreft vrijgezellen- flats. Daaraan zal zeker behoefte bestaan, maar waarom heeft de raad niet éérst over de bouw op deze plaats en in deze vorm mogen beraadslagen? Waarom is de St.A.R. niet geraadpleegd en waarom heeft men de mening van de buurtcomité niet ge vraagd? De grote vraag is: waarom is iedereen bui ten spel gezet? Het onderhavige terrein grenst aan de binnenstad, een aspect waarover graag meer men sen dan alleen burgemeester en wethouders willen meedenken. Voorts vraag ik mij af waarom de werk groep een- en tweepersoonshuishoudens nie't is in geschakeld. Namens onze fracties is het college gevraagd de bouw op het onder nr. 5 bedoelde terrein stil te leggen. Dit is een ingrijpend besluit, maar het is wèl nodig, nu het om het passeren van de raad gaat. Wij zouden graag zien dat het voorstel tot grondverkoop zou worden teruggenomen, omdat het daardoor voor belanghebbenden en belangstellenden weer mogelijk zou worden hun opvattingen over deze bouw te geven. Bovendien zou de raad zich op die manier een oordeel kunnen vormen over de aspecten van huisvesting en de relatie van de bouw met de binnenstad. Nu wij hebben begrepen dat het college het voorstel tot het stil leggen van de bouw heeft afgewezen, zullen wij tegen dit onderdeel stemmen, aangezien een ernstige uitholling van de bevoegd heden van de raad in het geding is. Om te voorko men dat iets dergelijks in de toekomst opnieuw zal gebeuren, willen wij op dit punt een motie indie nen De heer Brummelkamp dient vervolgens een mo tie in met de volgende inhoud: "De gemeenteraad van Breda, - gehoord de discussie over het voorstel tot verkoop van een terrein aan Van der Weegen B.V - gelet op het feit dat het college toestem-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1191