1192 12 AUGUSTUS 1976 ming heeft verleend tot aanvang van de bouw, terwijl de gemeenteraad nog niet over de verkoop heeft beslist, - gelet op het feit dat er geen enkele gele genheid tot inspraak is geweest, is van mening dat de bovengenoemde handelwij ze een aantasting is van de taak en bevoegd heden van de gemeenteraad." De motie is ondertekend door de heer Brummel- kamp, mevrouw Paulussen, mevrouw Muntjewerff-van den Hul en de heer Welschen. Voldoende ondersteund zijnde maakt de motie van de heer Brummelkamp mede onderwerp van beraad slaging uit. De heer VAN ASSELDONK: Niet alleen door kran- teberichten hebben wij kunnen vernemen dat de Be- leggings- en Exploitatiemaatschappij Van der Wee gen B.V. op de hoek van Vredenburchsingel en Mar- kendaalseweg zou gaan bouwen, maar ook in de com missie is hieraan aandacht besteed. De wethouder heeft er bij laatstbedoelde gelegenheid nog eens de nadruk op gelegd dat men op eigen risico een begin met de bouw kan maken. Toch heeft de grond- verkoop aan de beleggingsmaatschappij ook in onze fractie enkele vraagjes opgeroepen. Wij zouden willen vragen of het college bevoegd is de direc teur openbare werken te machtigen de exploitatie maatschappij en eventueel iedere andere koper alvast voor eigen risico te laten beginnen, voordat de grondverkoop in de raad is behandeld. Indien het college over deze bevoegdheid beschikt, waarom heeft het daarvan dan gebruik gemaakt en heeft het niet eerst de grondverkoop aan de raad voorgelegd? Reeds op 7 mei 1976 is aan Van der Weegen medegedeeld dat de verkoop in ieder geval zou kunnen passeren en dat men mocht gaan bouwen. Naar de mening van mijn fractie moeten er zwaar wichtige motieven aanwezig zijn om de raad voor een voldongen feit te kunnen plaatsen. Gevallen als het onderhavige zouden naar onze mening beperkt

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1192