1208
12 AUGUSTUS 1976
op gewezen dat de behoefte aan woningen in de ca
tegorie waarin hier zal worden gebouwd, zonder
meer aantoonbaar is. Door 47 woningen in deze ca
tegorie ter beschikking te stellen, verricht men
een goede daad. In de commissie is erop gewezen
dat dit het eerste initiatief is dat op dit gebied
tot uitvoering komt. Er is gezegd dat van andere
kanten ondanks de steun die van rijkswege wordt
gegeven nog nooit initiatieven voor deze groepen
zijn genomen. Op grond van dit alles zijn wij met
het ter tafel liggende initiatief zeer blijWij
zijn van mening dat wij ons oordeel op de inhoud
van het voorstel en niet op de ermee samenhangende
procedure moeten baseren. Ook ik ben blij met de
uitleg van de wethouder, waarbij ik in het bijzon
der denk aan het door hem genoemde voorbeeld van
de woningbouwverenigingen. Ik vind dit een zeer
duidelijk voorbeeld van een situatie waarin wij
geregeld juridisch gezien wellicht niet geheel
juist zouden handelen. Wij steunen de motie van
P.v.d.A/P.P.R. op dit punt niet. Wèl ben ik het
met de heer Brummelkamp eens dat moet worden
gezocht naar mogelijkheden om de commissie eerder
op de hoogte te stellen van de plannen die het
college in dezen heeft.
De heer WELSCHEN: Ik wil graag twee kleine
series opmerkingen maken, één naar aanleiding van
het voorstel-Van der Weegen en één aan het adres
van de heer Van Asseldonk.
Ten aanzien van de kwestie-Van der Weegen
lijkt het alsof de wethouder heeft gezegd: wat wij
hebben gedaan, doen wij al tientallen jaren en
waarom nu zo'n drukte?
Wethouder VAN DUN: Voor een goede discussie
wijs ik erop dat ik dat niet heb gezegd. Ik meen
ngmelijk dat de drukte maakt en dat ik zeg dat
wij het al jaren doen. Ik zeg dus niet "waarom
zo'n drukte?": begint met de drukte.
De heer WELSCHEN: Ja en u begrijpt niet