1210 12 AUGUSTUS 1976 vind dat de wethouder de kwestie bijzonder licht vaardig behandelt en ik hoop dat hij dat niet na mens het college doet. Als hij namelijk wèl na mens het college optreedt, heeft het college wer kelijk niet in de gaten dat er op het gebied van besturen een andere wind waait. Besturen is op dit ogenblik anders dan het was. Er is bij het stads gewest een nota over inspraak verschenen waarin wordt opgemerkt dat er een model van participatie van de bewoners tot stand zal komen: dat de bur gers meer aan het bestuur zullen gaan deelnemen. Wanneer iets dergelijks bij overheidslichamen wordt gesignaleerd, moeten zij zich daar mijns inziens ook aan houden. Hiermee heb ik eigenlijk meteen gereageerd op de opmerking van de heer Lambregts dat de dis cussie een politiek steekspel zou zijn. Ik zie niet helemaal dat er sprake van een "steekspel" zou zijn, maar er zit wel degelijk politiek ach ter. Er ligt althans een visie aan ten grondslag op hetgeen er in de maatschappij moet ge beuren en op de wijze waarop er moet worden be stuurd. Ik vind dat het niet aangaat met de ene hand een inspraaknota te maken en een sociaal plan te produceren en met de andere hand deze oude procedure te blijven volgen. Aan het adres van de heer Van Asseldonk het volgende. Van enkele van zijn opmerkingen ben ik erg geschrokken en ik vind de heer Van Asseldonk zo'n ontzettend aardige vent, dat ik geloof dat hij ze ook niet heeft gemeend! De heer VAN ASSELDONK: De Partij van de Ar beid prijst mij nogal eens het graf in. Ik ben daar niet zo gelukkig mee! De heer WELSCHEN: Dat geeft niets; ik heb het idee dat u weinig nodig hebt om werkelijk erg ge lukkig te zijn, gezien de opmerking die u hebt ge maakt. Ik kan mij niet voorstellen dat bij de V.V.D. werkelijk de mening heerst dat bakkers die geweldig dure taarten bakken maar deze zelf niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1210