12 AUGUSTUS 1976 1211 kunnen kopen, de lol van het bakken hebben door rond te fietsen in de wijk waar die taarten gege ten worden. Deze opvatting zou met andere woorden inhouden dat metselaars gelukkig zijn wanneer zij mooie en van allerlei nieuwe snufjes voorziene bungalows bouwen, omdat zij dan 's zondags met hun kroost in de omgeving van die bungalow kunnen gaan rondkarren. Een dergelijke opvatting kan ik niet begrijpen. Ik meen dat dit een aardig beeld van zestig of zeventig jaar geleden is, maar het kan op dit ogenblik zelfs voor de V.V.D. niet meer gelden. Evenmin kan naar mijn gevoel voor de V.V.D gelden dat mensen met een wat lager inkomen in deze raad vanavond "corveeërs" genaamd gelukkig zijn wanneer zij onder elkaar zijn en wanneer de mensen met hogere inkomens uit hun midden verwij derd zijn. Opmerkingen in deze zin getuigen van een merkwaardig soort discriminatie; naar mijn me ning kan men zulke opmerkingen op dit ogenblik werkelijk niet meer maken. De heer Van Asseldonk ziet de hele gang van zaken toch wel zeer verkeerd Ik wil er eigenlijk niet nader op ingaan, want de opmerkingen van de heer Van Asseldonk waren aardig maar ik neem aan dat zij niet serieus waren be doeld. Wethouder VAN DUNIk meen dat wij over de nrs. 1 en 4 van de lijst van grondverkoopvoorstel- len een eindeloze discussie zouden kunnen voeren. Deze discussie is in het verleden, ook in de com missies, vaak gehouden. Ik geloof dat de heer Brummelkamp er een beetje vlug overheen gaat als hij opmerkt hij doet mij daar persoonlijk wat pijn mee dat er 3.500 woningzoekenden zijn en aat men daarom een perceel van 1.000 m niet aan een particulier moet verkopen omdat het een bij drage tot de oplossing van het probleem van de wo ningzoekenden had kunnen leveren. Ik heb in eerste termijn geprobeerd te betogen dat dat niet waar is. In tweede termijn heeft de heer Brummelkamp gezegd dat nu twee andere gegadigden naar de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1211