1214 12 AUGUSTUS 1976 op gewezen dat op een gegeven ogenblik in het plaatselijk bestuur allerlei dingen veranderen. Er doen zich dynamische ontwikkelingen voor, waar mee het bestuur naar onze mening rekening mee moet houden. Op een gegeven ogenblik kan men afspraken die men tien jaar geleden heeft gemaakt ter dis cussie stellen en op grond van nieuwe argumenten andere beslissingen nemen. Wethouder VAN DUN: Ik wil graag vertellen dat wij zo dynamisch als de pest zijn en dat wij oog voor de ontwikkelingen hebben. Voor de duidelijk heid wijs ik er nog op dat Breda één van de wei nige grote gemeenten in Nederland is waar verko pen van onroerend goed in de raad aan de orde ko men. Er is een groot aantal grote gemeenten in Nederland waar het verkopen aan het college van burgemeester en wethouders is gedelegeerd. In Bre da beslist de raad echter over verkoop van onroe rend goed; wij zijn dan ook van mening dat wij de raad moeten respecteren en dat de raad een beslis sing moet nemen, maar daarin moet men onzes in ziens in alle realiteit een marge kunnen vinden. Overigens moet mevrouw Paulussen geen twee dingen door elkaar halen. Wij hebben in de eerste plaats te maken met deze procedure voor het voeren van het dagelijks bestuur; daarnaast staat de vraag wat wij ter plaatse in een concreet geval aan het doen zijn. Laatstgenoemde vraag is iets geheel anders en naar aanleiding daarvan zal ik graag op de opmerkingen van mevrouw Paulussen en de heer Welschen ingaan. De heer WELSCHEN: Mijnheer de voorzitter. Zoudt u misschien aan de heer Van Dun willen vra gen of hij een zeer korte interruptie zou willen toestaan? De VOORZITTER: U moet nog worden beantwoord, maar ik zou zeggen: gaat uw gang. De heer WELSCHEN: Ik zou de heer Van Dun wil len vragen of hij van plan is bij de verdere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1214