12 AUGUSTUS 1976 1215 realisering van de binnenstadsplannen deze metho diek te blijven gebruiken. Wethouder VAN DUN: Dat is een vette! De heer Welschen zou anders moeten weten aangezien hij naar ik meen in zijn fractie onverbeterlijk wordt geïnformeerd door de leden die in de diverse ad viescommissies werkzaam zijn. Wij hebben mijns in ziens een dubbele verantwoordelijkheid: in de eerste plaats moeten wij voldoen aan de bestaande behoefte en in de tweede plaats moeten wij het binnenstadsplan realiseren. Bij de behandelingen van andere agendapunten komen wij daar vanavond ongetwijfeld nog op terug. Aan de commissie voor openbare werken en voor ruimtelijke ordening is ter kennisneming het voorontwerp van een sociaal plan toegezonden. Hieruit blijkt dat wij de be hoefte hebben om de methodiek aan te geven waarmee de door de raad genomen 85 binnenstadsbesluiten kunnen worden geëffectueerd. Ik meen dat wij het erover eens kunnen zijn dat er geen statisch gege ven in het geding is en dat wij in het kader van de participatie proberen vorm aan de 85 besluiten te geven. In dit verband heeft de heer Welschen zich afgevraagd en daar gaat het om waarom dan toch ten aanzien van de verkoop onder nr. 5 de on derhavige procedure is gevolgd. Welnu, wij zijn het erover eens dat zich in Breda op het gebied van de een- en tweepersoonshuishoudens een proble matiek voordoet. Vastgesteld kan voorts worden dat buiten de schuld van dit college nog geen stuur groep-Van Dam kon worden aangewezen. Op de derde plaats is gebleken dat in de leeftijdscategorie van achttien tot achtentwintig jaar, waarvoor blijkens informatie van Van der Weegen de te bou wen woningen bestemd zijn, vraag naar dergelijke huizen bestaat. Op de vierde plaats kan worden ge constateerd dat er op het commerciële vlak een markt voor een huur van 200,tot 250,per maand is. De conclusie moet mijns inziens zijn dat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1215