12 AUGUSTUS 1976
1223
globaal gesproken, uit het budget "openbare wer
ken" moet komen en dat het onderwerp derhalve in
de commissie voor openbare werken moet worden be
handeld. Geadviseerd wordt het voorstel daarnaast
ter kennisneming toe te zenden aan de commissie
voor culturele zaken. Nu hebben wij zoals men weet
in de commissie voor culturele zaken herhaalde ma
len gediscussieerd over de vraag of dergelijke on
derwerpen in de commissie behalve ter kennis ge
bracht niet ook zouden moeten kunnen worden be
sproken, zeker als aangelegenheden van monumenten
zorg en wat daarmee samenhangt aan de orde zijn.
Die discussie wil ik hier niet herhalen, maar men
is toch wel even verbaasd als zelfs de toezending
ter kennisneming, waartoe nota bene door het amb
telijk apparaat was geadviseerd, niet plaatsvindt.
Ik zou op dit punt graag enige uitleg horen.
Aangezien in dit voorstel een onderdeel van
een monument in Breda in het geding is, houdt het
verband met het monementenbeleid. Uit het vooraf
gaande blijkt dat zich kennelijk in het college
twee communicatiestoornissen hebben voorgedaan,
hetgeen aangeeft dat nog steeds niet duidelijk is
welke wethouder nu het monumentenbeleid behartigt.
Het antwoord op deze vraag ken ik inmiddels al,
maar dat wil niet zeggen dat ik het er ook mee
eens ben. Ik vind dat in ieder geval, wanneer er
monumenten in het geding zijn, de sector cultuur
en de culturele commissie bij de gang van zaken
moeten worden betrokken. In dezen blijkt dat niet
te zijn gebeurd.
Uit de "reminder-lijst" van de commissie voor
cultuur en uit de aan ons toegezonden voorlopige
begroting voor 1977 blijkt dat er een discussie
aan de gang is over de exploitatie en de restaura
tie-afrekening van de Grote Kerk. Ik wil daar niet
diep op ingaan aangezien er al enkele malen over
is gesproken, maar ik zou willen vragen of het mo
gelijk is toe te zeggen dat de discussie over de
exploitatie en over de afrekening van de restaura
tie nu eindelijk eens een keer in een openbare