1232 12 AUGUSTUS 1976 betrokken om de tafel moeten gaan zitten, maar ik wijs erop dat er uit de wijken vaak signalen- komen waaruit blijkt dat men tot andere lokaties wil komen. Ik moet bekennen dat een en ander nog niet in hoge mate gestructureerd is, maar ik hoop dat de situatie bij de portefeuille van jeugd en sport mede in het kader van de nota speelbeleid en de uitvloeisels daarvan in de toekomst wat dui delijker zal zijn, zodat men op voorhand weet dat er een speelgelegenheid zal worden ingericht. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 36. bijlage nr. 256. PREADVIES VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS IN ZAKE HET BEROEP, INGESTELD DOOR MEVROUW CH. TELJEUR-STEIJLEN, INGEVOLGE DE VERORDENING OP LOGEER- EN OF KAMERVERHUURINRICHTINGEN(D) De heer BRUMMELKAMP: Vooraf wil ik erop wij zen dat wij er geen enkel bezwaar tegen hebben dat de huisvestingssituatie van kamerbewoners wordt verbeterd; wij achten het dan ook zeer juist dat daar stringente verordeningen voor zijn. Thans zou ik vooral op de beroepsprocedure willen in gaan. Het administratief beroep op de gemeenteraad is volgens een algemeen bekende mening met weinig waarborgen omkleed. Normaal gesproken geeft een beroepsinstantie een eigen opvatting, maar hier in de gemeenteraad wordt nagenoeg altijd gehan deld overeenkomstig het voorstel van het college van b. en w.de instantie die ook oorspronkelijk al afwijzend heeft beschikt. Ik zou erop willen aandringen een aparte commissie in te stellen of één van de bestaande commissies te belasten met de taak een en ander nog eens uit te zoeken. In dit geval wordt voorgesteld adressante in haar beroep niet ontvankelijk te verklaren. Het gaat om een verschil van een paar dagen. De raads leden weten allen dat de ontvangst van de bfieven

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1232