12 AUGUSTUS 1976 1235 discussie heeft wethouder Van Dun toen gezegd dat de raad de voorbereidingskredieten op de voet zou kunnen volgen. Dat hebben wij dan ook gedaan. Op 17 april 1975 is er opnieuw sprake van een aanvullend voorbereidingskrediet voor het uitwerken van het plan. Op 15 mei 1975 wordt er een krediet met betrekking tot de panden Cathari- nastraat en Annastraat verleend. Op 19 augustus 1975 wordt weer uitvoeriger bij een en ander stilgestaan, wanneer de raad zich bezighoudt met het voorbereidingskrediet voor de uitwerking van het plan voor huisvesting van de sociale dienst en de afdeling bevolking. Bij die gelegenheid wordt gezegd dat het bedrag van 5 miljoen, dat in februari 1975 was genoemd, inmiddels al tot 8 miljoen zou zijn gestegen. De wethouder deelt echter mede dat hij op voorhand al kan zeggen dat het nog duurder zal gaan worden. Er wordt dan in eens een bedrag van 10 miljoen nog niet eer der genoemd te voorschijn getoverd. De wethou der noemt bij die gelegenheid cijfers op basis van de inhoud van het gebouw, waarbij nog niet eens sprake is van de grondproblematiek, de B.T.W., de kosten voor openbare werken en derge lijke. Voorts is uitvoerig over de D.A.C.W.-sub sidie gesproken. De V.V.D.-fractie heeft toen bij monde van de heer Ten Wolde een vraag gesteld o- ver de kapitaalsreserveringen voor het geval dat er geen D.A.C.W.-subsidie zou worden verstrekt. Gelukkig is de bijdrage in D.A.C.W.-verband nu, zoals wij hebben kunnen lezen, voor de eerste fa se definitief. Op 18 december 1975 hebben wij opnieuw over de kosten gesproken, dit maal bij de behandeling van het krediet voor de eerste fase van 6,5 miljoen. Van de kant van onze fracties is opnieuw op de lage raming van de stichtingskosten gewe zen, naar aanleiding waarvan door het college werd gezegd dat er normbedragen op basis van ku- bieke-meterprijzen in het geding waren. Er was eerst sprake van normbedragen en het bedrag van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1235