1238 12 AUGUSTUS 1976 onze fractie duidelijk betoogd dat de D.A.C.W.- subsidie weliswaar een aardig lokkertje is en dat de gemeente Breda in D.A.C.W.-verband een enorm bedrag krijgt toebedeeld, maar dat dit nog niet betekent dat wij zonder enige moeilijkheid de hindernis van het tweede krediet kunnen nemen, aangezien daarvoor nog een extra bedrag uit het D.A.C.W.-budget beschikbaar zal moeten worden gesteld. De bezorgheid die mevrouw Paulussen ten toon heeft gespreid, is ook in onze fractie wel enigs zins gevoeld. De kosten die uiteindelijk uit een en ander voor de gemeente zullen voortvloeien, zijn namelijk afhankelijk van de D.A.C.W.-subsi- die. Als wij tegenwoordig om ons heen kijken, zien wij dat er bijna geen enkel civiel project meer is dat niet op de D.A.C.W.-lijst staat. Nu kan ik mij voorstellen dat er bepaalde suggesties zijn gedaan met betrekking tot een vrij defini tieve toezegging voor een tweede subsidie in D.A.C.W.-verband. Ik wijs er echter nogmaals op dat wij ons enigszins op een weg begeven waar aanzienlijke financiële onzekerheden liggen. Uit bepaalde begrotingsvoorstellen is al gebleken dat deze bezorgdheid ook door het college wordt ge deeld. Niet ten onrechte heb ik in dit verband ge vraagd welke kapitaalsreserveringen in gemeente lijk verband zijn gemaakt voor het geval dat het tweede gedeelte van de D.A.C.W.-bijdrage niet zou worden verstrekt. Daarnaast kan men zich afvragen hoe het komt dat de kostenraming in de relatief korte tijd van een jaar oploopt van 8 miljoen tot 12 miljoen a 14 miljoen; het exacte bedrag kan ik niet noemen omdat ik een en ander niet kan overzien. Ik zou het college in dezen een waarschuwing wil len laten horen: met dit soort zeer grote projec ten in de kapitaalssfeer op basis van een voorlo pige toezegging moet men toch wel zeer voorzich tig zijn. Als men in dezen niet voorzichtig is,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1238