1252 12 AUGUSTUS 1976 en de gunning zal afhangen hoe de kosten uitein delijk zullen uitvallen. Ook naar buiten toe moet duidelijkheid be staan. Ik zou het zeer onplezierig vinden als dit voor Breda in het kader van de publieksbenadering en de behandeling van cliënten belangrijke pro ject politiek op de tocht zou komen te staan. Naar mijn mening vinden de raadsleden het gezamenlijk belangrijk dit gebouw op een plezierige manier ook in het kader van het binnenstadsbeleid van de grond te krijgen. Ik hoop dat de duidelijkheid ook naar buiten toe mag blijken. Mevrouw Paulussen en de heer Van Banning heb ben gevraagd wanneer het gebouw geree$ zal zijn. Het is moeilijk een raming te geven, maar als wij keihard het werkschema blijven volgen en tegelij kertijd in het kader van de subsidieverlening han delen, moet het gebouw op 31 december 1977 gereed zijn. Dit zou kunnen betekenen dat omstreeks 1 januari 1978 de cliënten zouden kunnen worden ontvangen. Overigens is dit een redelijk hard maar geen keihard gegeven, aangezien zich bij de bouw onvoorziene calamiteiten kunnen voordoen. Mevrouw Paulussen heeft gezegd dat zij de si tuatie ten aanzien van het andere bedrag van 4 miljoen niet duidelijk vindt. Grofweg kan men in dezen het volgende zeggen. Wij hebben indertijd aangekondigd ik noem de getallen nu uit mijn hoofd dat er met grondverrekening een bedrag van ongeveer 1,3 miljoen gemoeid zou zijn; min of meer gelijke bedragen zouden gaan gelden voor de B.T.W. en voor het toezicht houden door de dienst openbare werken. Als ik nu over totale kos ten van 14 a 14,5 miljoen en bouwkosten van 12 a 12,5 miljoen spreek, begrijp ik in de bouwkosten het gedeelte van de B.T.W. en van de kosten van toezicht dat voor subsidie in aanmer king komt. Het is duidelijk dat de grondverreke ning zich administratief binnen het gemeentelijk apparaat voltrekt en niet onder de subsidierege ling valt. De "vuistgetallen" zijn dus: het gebouw

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1252