1258 12 AUGUSTUS 1976 augustus 1975 hebben wij de ontwikkeling van de plannen principieel afgewezen, om redenen die be kend zijn en die ik niet hoef te herhalen; de meerderheid van deze raad heeft de plannen toen aanvaard. Vervolgens hebben wij besloten ons bij het meerderheidsbesluit van C.D.A. en V.V.D. neer te leggen, zodat wij op 18 december 1975 vóór het krediet voor de eerste fase hebben gestemd, hoe wel wij toen al grote bezwaren hadden tegen de kostenontwikkeling en de onduidelijkheden. In de fracties hebben wij overwogen vanavond tegen het aan de orde zijnde voorstel te stemmen. Tijdens de pauze hebben wij fractieoverleg ge pleegd, hetgeen ertoe heeft geleid dat wij nu met pijn in het hart en met moeite voor zullen stem men. Wij zijn echter volstrekt niet gerust op de ontwikkelingen. De discussie die vanavond over deze materie is gehouden, wordt vastgelegd; wij zullen daar op alle ogenblikken waarop het nodig is op terugkomen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna o- vereenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. 38. bijlage nr. 258 VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT VASTSTELLING VAN DE UITGIFTEPRIJZEN VAN GRON DEN VOOR 1976. (D) Mevrouw PAULUSSEN: Verleden jaar hebben onze fracties een principiële discussie uitgelokt over de grondprijsmethodiek als instrumentarium voor de gemeente om regulerend op te treden; met name betrof die discussie dus het grondbeleid. Wij hebben er op dit moment geen enkele behoefte aan die discussie te herhalen, want wij willen wach ten op de nota die de wethouder het vorig jaar heeft toegezegd. Wij hebben toen voor het instel len van een commissie ad hoe gepleit, maar het college vond dat niet nodig omdat er terzake een nota zou worden uitgebracht. Tevens was dat een

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1258