1260
12 AUGUSTUS 1976
een kleine reserve. In het kader van de bestem
mingsplanprocedure worden geregeld gronden uitge
geven met als gevolg dat het aantal gronden dat
in de grondpool is opgenomen jaarlijks minder
wordt. Hiervan is weer een gevolg dat men in de
komende jaren niet meer zo gemakkelijk de ene te
genvaller met de andere meevaller zal kunnen com
penseren, zoals dat nu vaak gebeurt. Dat betekent
mijns inziens dat er een zeer accuraat beleid
moet worden gevoerd op dit gebied, daar wij an
ders met de exploitatie van de grondpool fout ko
men te zitten. Als wij de huidige gronden in de
grondpool bekijken, zien wij dat een groot gedeel
te van deze gronden in de Hoge Vucht is gelegen,
namelijk 19 ha-; 14 ha is bestemd voor bijzondere
bebouwing en schoolbebouwing en 5 ha is bestemd
voor de woningbouw. Het gaat hier om een miljoe
neninvestering, die ons per maand aan rente enke
le tienduizenden guldens kost. Door allerlei oor
zaken is deze situatie ontstaan en ik geloof niet
dat ik daarvoor ver moet teruggaan. Het C.D.A.
vindt het juist dat u in nauw overleg met het pro
jectteam Hoge Vucht een groot gedeelte van de
gronden gaat invullen, maar gezien de bedragen
die hier liggen te "verinteresten" menen wij
zonder dat wij iemand tot overhaaste beslissingen
willen dwingen, dat een snelle en gedegen aanpak
in samenspel met het projectteam Hoge Vucht zeer
belangrijk voor de totale gemeenschap van Breda
is.
Er is naar aanleiding van dit voorstel een
vraag bij ons naar voren gekomen. Het is ons ge
bleken dat enkele gronden in de grondpool met de
bestemming sportterreinen eruit zijn genomen en
een andere bestemming zullen krijgen. Is het niet
wenselijk deze gronden in de commissie jeugd en
sport ter discussie te stellen? Wij kunnen dan
ook vernemen waarom blijkbaar een aantal gronden
zal moeten afvloeien.
Tenslotte kan ik opmerken dat wij het e.ens
zijn met uw voorstel met betrekking tot de