1264
12 AUGUSTUS 1976
Vervolgens is er nog sprake van renteverlie
zen op bijzondere-bebouwingsterreinen, waarover
de heer Lambregts overigens niet heeft gesproken.
In de commissies ruimtelijke ordening en openbare
werken hebben wij daarover kort geleden nog ge
sproken, waarbij de vraag aan de orde kwam of aan
deze terreinen geen andere bestemming kan worden
gegeven, opdat zij weer rendabel zullen worden.
Ik meen echter dat wij ook in de toekomst in elke
wijk een aantal terreinen voor bijzondere bebou
wing moeten blijven reserveren, opdat wij in het
kader van de maatschappij-ontwikkelingen over
bouwkundige mogelijkheden en mogelijkheden van
ruimtelijke aard beschikken om te kunnen bouwen
wat de maatschappij op dat moment behoeft. Ook
daarin zit echter een zeker risico.
De heer Lambregts heeft tenslotte nog een
vraag over de sportterreinen gesteld. Hij heeft
terecht geconstateerd dat er verschillende sport
terreinen zijn doorgestreept en een andere be
stemming hebben gekregen. Ik wil u er niet onkun
dig van laten dat dit op advies van de directeur
van de dienst jeugd en sport is geschied, zodat
er dus geen sprake is van een eigenmachtig optre
den van de dienst van openbare werken. De heer
Lambregts heeft gevraagd of dit punt in de commis
sie van jeugd en sport kan worden besproken, maar
dat moet hij niet aan mij vragen, want dat is een
kwestie die in breder verband in het college ter
sprake moet komen. Ik zal derhalve nu geen con
creet antwoord op die vraag geven, maar ik zal
haar graag in het college van burgemeester en wet
houders ter sprake brengen.
Mevrouw PAULUSSEN: Wij blijven het jammer
vinden dat het voorstel met betrekking tot de
grondprijzen niet in de maand december, vooraf
gaand aan het jaar waarvoor de grondprijzen gel
den, in behandeling kan worden gebracht. Ik heb
de indruk dat de stagnatie vermoedelijk bij de
enigszins overbelaste dienst van openbare werken