12 AUGUSTUS 1976
1273
binnenstadsbesluitvorming de recreatieve normen
van deze buurt in de toekomst zal dekken. Vervol
gens zouden wij nog een vraag willen stellen die
enigszins buiten dit geheel staat. Wij vragen ons
af of het hier gedane voorstel inzake een terrein
op het gebied van de Seeligkazerne het eerste re
sultaat is van het overleg met staatssecretaris
Stemerdink. In de commissie voor ruimtelijke orde
ning is op dat punt geen duidelijkheid ontstaan.
Samenvattend zou ik de wethouder willen ver
zoeken bij de ruimtelijke inrichting van het ge
bied tussen het belastingkantoor en de Fellenoord-
straat zo veel mogelijk rekening te houde'n met de
ruimtelijke wensen. Ik geloof namelijk dat er niet
meer in het geding is dan dat men ruimtelijke wen
sen heeft, zij het dat de federatie van P.v.d.A.
en P.P.R. op dit ogenblik een element ter tafel
brengt waarover reeds een beslissing is genomen.
De heer JONGENEEL: Ik geloof dat wij met z'n
allen een beetje te lichtvaardig denken over het
beroep dat de mensen uit deze wijk op ons doen.
Als men de historische ontwikkelingen nagaat, ziet
men dat een bepaald terrein in deze wijk helemaal
voor de jeugd was en dat allerlei activiteiten in
de wijk op dit terrein plaatsvonden. Van lieverlee
hebben de bewoners dit stuk grond helemaal zien
verdwijnen. Het betreft hier één van de laatste
stukjes groen van een grote speelweide die in
vroeger jaren aanwezig was; op deze plaats kan de
jeugd uit de Gerardus Majellawijk nog spelen. Te
gen deze achtergrond moet men naar mijn mening het
beroep dat deze mensen op ons doen, duidelijk in
de overwegingen betrekken. Als wij een en ander in
totaliteit eens goed met elkaar durven te bekij
ken, zullen wij er daar ben ik van overtuigd
gezamenlijk voor pleiten dit laatste stukje groen
in stand te houden, zodat de jeugd ter plaatse nog
speelgelegenheid heeft.
Wethouder VAN DUN; Ik meen dat het de raad
niet welgevallig zou zijn als wij voortdurend in