1276
12 AUGUSTUS 1976
wijken uitvoerig is gecheckt. Hierbij is aandacht
besteed aan de sectorindeling, aan de modellen en
aan de vraag wat er nu feitelijk in de wijken zou
gaan gebeuren. Op basis van al die gegevens heeft
de raad op 8 en 9 maart besluiten genomen. Het
verschil van mening tussen het wijkcomité en het
college en tussen de heer Jongeneel en mij is mis
schien in het volgende gelegen. Natuurlijk zullen
wij moeten zorgen voor speelgelegenheid in deze
wijk. De heer Jongeneel weet even goed als ik dat
er, gezien de kwaliteit van het huizenbestand,
renovatie c.q. nieuwbouw nodig is, waartoe wij dan
ook over zullen gaan. We kopen nu juist een ge
deelte van het Seeligterrein om voor die zelfde
mensen adequate woningen met een geheel andere
infrastructuur te kunnen creëren. Er zullen speel-
gelegenheden de heer Jongeneel heeft terecht
gezegd dat deze er vroeger niet waren in de
wijk moeten worden gebracht. Dat is de verantwoor
delijkheid van het gemeentebestuur en de bewoners
gezamenlijk; wij gaan samen een bestemmingsplan
maken om ervoor te zorgen dat er in de wijk, en
niet aan de overkant van de weg, speelvoorzienin-
gen zijn. Sprekend over speelgelegenheid aan de
overkant van de weg, wijs ik erop dat wij druk aan
het overleggen zijn over gebruikmaking van de See-
lig-sportvelden. Als wij ervoor kunnen zorgen dat
er in de wijk groen en speelgelegenheid komt en
dat men voor grotere, wildere speelgelegenheid op
de militaire terreinen terecht kan en als wij
voorts ter bevordering van de werkgelegenheid een
stukje grond een kantoorfunctie kunnen geven, be
staat er mijns inziens geen verschil van mening
maar zitten wij gezamenlijk op de goede toer.
De heer Ten Wolde heeft gevraagd of hier het
eerste succes van het overleg met de heer Stemer-
dink in het geding is, in welk verband de eerlijk
heid mij gebiedt twee dingen te zeggen. Bij alle
problemen tussen de heer Stemerdink en het colle
ge is dit stuk grond altijd buiten discussie ge
weest: wij hebben daarover heel plezierig