1284 12 AUGUSTUS 1976 een wens van onze fractie is dat de voorlichting aan de burger over het gehele complex van rechts bescherming ik versta daaronder: de bezwaar schriftenprocedures, de beroepsprocedures en de klachtenprocedures met kracht ter hand wordt genomen, bijvoorbeeld door de uitgifte van een aparte brochure die iedereen in zijn kast kan op bergen of door de verzorging van een aparte uit gave van het gemeentelijk informatiebulletin. Ik meen dat het daarnaast wenselijk is de medewer kers van het informatiecentrum goed in deze pro blematiek in te voeren. Ik zeg dit wellicht ten overvloede, aangezien ons uit de praktijk is ge bleken dat men over het functioneren van het in formatiecentrum in deze stad zeer tevreden is. Ik kom vervolgens toe aan de vraag hoe de uitvoering van de Wet A.R.O.B. in de gemeente zou moeten worden georganiseerd. Op dat punt geeft het raadsvoorstel naar ik meen een niet geheel volledige opsomming van de verschillende moge lijkheden. Gezien de haast waarmee moest worden gewerkt, heb ik er begrip voor dat niet alle as pecten uitvoerig zijn belicht, maar ik meen dat voor de volledigheid moet worden opgemerkt dat de artikelen 61 en 63 van de gemeentewet, hetzij af zonderlijk, hetzij in combinatie, verschillende mogelijkheden bieden. Zelfs afgezien van de vraag of er voor één of voor meer commissies moet wor den gekozen, zijn er varianten denkbaar. Ik wil deze varianten in twee groepen noemen. De raad kan voor bezwaarschriften die krach tens de Wet A.R.O.B. bij hem zijn ingediend, een commissie instellen, die hetzij adviseert dat is de inhoud van het voorstel van b. en w. hetzij zelf beslissingsbevoegdheid krijgt. Dat is een eerste complex van mogelijkheden. Een tweede mogelijkheid is dat de raad een commissie instelt die de bij het college ingedien de bezwaarschriften behandelt, wederom hetzij in adviserende, hetzij in beslissende zin. Dit is een mogelijkheid die in het raadsvoorstel niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1284