1290
12 AUGUSTUS 1976
beter zou zijn. Te dien aanzien zijn wij tot de
conclusie gekomen dat er geen goed geargumenteer
de beslissing te nemen valt, zodat het het beste
is aan de gang te gaan en te kijken hoe het uit
pakt.
Over de amendering die van de kant van de
V.V.D.-fractie wordt voorgesteld kan ik op dit o-
genblik weinig zeggen. Misschien kan ik daar in
tweede instantie op ingaan; wij hebben er in onze
fracties niet over gesproken.
De heer BRUMMELKAMP: Bij de behandeling van
de beroepszaak ingevolge de logies- en kamerver-
huurverordening zijn zojuist enkele opmerkingen
van mij naar dit agendapunt verwezen. Ik zou er
op willen wijzen dat bepaalde zaken nooit in de
vanavond in te stellen commissies zullen worden
behandeld. Wanneer reeds beroep tegen een beslis
sing open staat, kan de bezwaarschriftenprocedure
niet worden gevolgd, doch bestaat wèl de mogelijk
heid van beroep op de Raad van State. De in het
voorstel genoemde commissies worden dan echter
niet ingeschakeld. Dit betekent dat de bezwaren
die ik heb genoemd, blijven gelden: er is een ge
brek aan eigen inbreng van de zijde van de gemeen
teraadsleden en meestal wordt de motivering van
b. en w.die in eerste instantie een beslissing
hebben genomen, gevolgd.
De hier geschetste gang van zaken geldt bij
voorbeeld ten aanzien van de logies- en kamerver-
huurverordeningaangezien er reeds beroep kan
worden ingesteld. Ik denk verder aan gevallen
waarin iemand een verzoek om schadevergoeding op
basis van artikel 49 van de Wet op de ruimtelijke
ordening indient, wegens onevenredige schade ten
gevolge van de uitvoering van een bestemmingsplan.
Ook denk ik aan de normale procedure van het in
dienen van bezwaren tegen bestemmingsplannen. Der
gelijke aangelegenheden komen wel eens bij de raad,
maar worden eigenlijk door b. en w. afgedaan.
Daarvoor zou het instelling van een aparte