1302 12 AUGUSTUS 1976 en ik heb vanavond nog weer gezien dat hij ook een grote mate van vasthoudendheid heeft. Ik ge loof dat dit getuigt van eigenschappen die in een raadslid te prijzen zijn. De heer Brummelkamp heeft plezierig en goed gefunctioneerd in de com missie voor de financiën en in het stadsgewest. Voorts heeft hij zich beziggehouden met het in dustrie- en havenschap Moerdijk en met het compu tercentrum, allerlei onderwerpen die hem als "meester-ingenieur Brummelkamp" na aan het hart lagen. Hij heeft daar in de raad min of meer re gelmatig blijk van gegeven. Thans gaat de heer Brummelkamp de gelederen bij het ministerie van binnenlandse zaken verster ken. Ik heb begrepen dat hij op het ogenblik zelfs al functioneert bij de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Dit zijn activiteiten die mijns inziens van groot gewicht kunnen zijn. Ik hoop dat de komst van de heer Brummelkamp voor het ministerie van binnenlandse zaken inderdaad een belangrijke versterking zal betekenen. Wellicht, mijnheer Brummelkamp, kunt u nog eens iets aan de reorga nisatie van het binnenlands bestuur doen, maar pas op de belangen van de gemeenten! Als ik u dat mag meegeven, geloof ik dat het goed zal gaan. Ik hoop dat u in Oegstgeest erg fijn zult wonen. De heer BRUMMELKAMP: Ik wil het laten bij de vaststelling dat ik het jammer vind de raad te moeten verlaten door omstandigheden die buiten het raadslidmaatschap liggen. De leden van de raad wil ik veel sterkte en wijsheid toewensen bij hun werk voor onze stad Breda. De VOORZITTER: Thans wordt het woord gevraagd door de nestor van de raad. De heer VAN DUIJL: Het komt niet zo dikwijls voor dat ik de laatste spreker ben! Toch zou ik nog een enkel woord tot de heer Brummelkamp wil len zeggen. Wij hebben in deze raad niet zo lang van de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1302