5 FEBRUARI 1976 130 de publieke tribune zitten, zegt de heer Beckers dat de bezwaren van de bewoners juist zijn geweest. De heer BECKERS: Hier maak ik bezwaar tegen. In de eerste plaats zit ik met mijn rug naar de tri bune en kan ik helemaal niet zien wie erop zitten. Bovendien geloof ik dat dit een argumentatie is die een beetje buiten de orde ligt en in ieder geval niet volgens de waarheid is. De heer TEN WOLDEAls de heer Beckers op grond van inhoudelijke argumenten van mening is dat de bezwaren van de bewoners terecht zijn, dient hij dat mijns inziens volgens een normale regel eerst in de commissie kenbaar te maken. Hij moet niet nu achteraf zeggen dat hij het er wel mee eens is. Mijn fractie gaat met het ter tafel liggende voorstel akkoord, met dien verstande dat wij nog een vraag willen stellen. In het voorstel staat dat door het aanbrengen van enkele verkeersdrempels kan worden tegemoet gekomen aan bezwaren van bewoners. Ik zou de wethouder willen vragen of dit de enige oplossing is die hij zoekt of dat in de toekomst nog enkele alternatieven ter tafel zullen worden gebracht. Gaarne zou ik hieromtrent in de commissie voor ruimtelijke ordening nader worden ingelicht. De heer VAN DUIJL: Aanvankelijk had ik niet de bedoeling hierover uitvoerig te spreken dat zal ik overigens nu nóg niet doen maar enkele opmer kingen van de heer Beckers geven aanleiding tot een reactie. De heer Beckers doet het voorkomen of er slechts één categorie mensen is die woningen behoeft. De woningen die in het onderhavige plangebied zul len worden gebouwd zijn, zo heeft hij gezegd, be stemd voor degenen die naar zijn idee geen woning nood hebben. Ik geloof dat niets minder waar is. De heer Beckers maakt mijns inziens een forse denkfout als hij veronderstelt dat de mensen die naar wij hopen in de toekomst in de hier te bouwen huizen zullen wonen, op dit ogenblik geen huis hebben en uit de lucht komen vallen. Met nadruk wijs ik erop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 130