1321 16 SEPTEMBER 1976 fing om met hun voertuig de voetgangersstraat, waarin zij wonen, te berijden van en naar hun wo ning. Wij zijn niet bereid ontheffing te verlenen om met taxi's het voetgangersgebied te berijden, omdat wij bevreesd zijn, dat daardoor de veiligheid van de voetgangers in het gedrang zou komen en omdat controle op het maken van misbruik van een derge lijke ontheffing niet mogelijk is. 4. Het is verboden om met een invalidenwagendie langs mechanische weg wordt voortbewogen (motorisch of eigen kracht) in het voetgangersgebied te rij den. Op de naleving van dit verbod wordt door de poli tie niet gecontroleerd. Het is ons college niet duidelijk, waaruit voor deze categorie invaliden het "speciale probleem" bestaat. Zodra de regeling, als bedoeld in ons antwoord op vraag 1, voldoende is voorbereid en uitgewerkt, hetgeen op korte termijn het geval zal zijn, zal daaraan middels de pers voldoende bekendheid wor den gegeven. Ook aan de algemene nederlandse inva- lidenbond zal daarvan kennis worden gegeven. VRAAG (gesteld ing. art. 40 R.v.O.2e lid, d.d. 8 juni 1976) de heer DRS. D. DEES: 1. Is het Uw college bekend dat dezerzijds op 3 september 1971 vragen aan Uw college werden gesteld waarin de instelling van milieubewakers werd be pleit? 2. Weet het college nog dat bij de behandeling van Gemeentebegroting 1972 wederom van V.V.D.-zijde is gepleit voor de instelling van milieubewakers, waarbij van de zijde van Uw college nadere beslui ten in het vooruitzicht werden gesteld? 3. Herinnert Uw college zich nog dat bij de behan deling van de Nota inzake milieubeheer in de Raads-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1321