1329 16 SEPTEMBER 1976 derwijsverbetering weinig of in het geheel niet ef fectief is, als er niet een werkelijke democrati sering, een werkelijke verandering van de besluit vormingsstructuren in onze maatschappijmee ge paard gaat waardoor mensen met lagere inkomens ook werkelijk bij de maatschappelijke ontwikkelingen betrokken raken. Deze twee richtingen liggen vóór ons: er zouden hand in hand maatregelen moeten wor den genomen om het onderwijs, in het bijzonder voor kinderen uit arbeidersmilieus, te verbeteren en om de "lagere milieus" zoals dat steeds heet meer bij het maatschappelijk gebeuren te betrekken. Wanneer maatregelen in deze twee richtingen hand in hand worden genomen, is er een goede kans op het meer gelijktrekken van het onderwijs. Wanneer men mijn betoog tot nu toe heeft aan gehoord, zal men misschien tot de conclusie komen dat de progressieven weer uitvoerig over een be paald onderwerp gaan praten, terwijl er alleen maar een klein rapportje ter tafel ligt dat voor kennis geving zou moeten worden aangenomen. Ook in de commissie heb ik echter mijn verbazing uitgespro ken over een gang van zaken waarbij geld wordt uit getrokken om een rapport samen te stellen maar waarbij men keiharde conclusies die in het rapport worden getrokken in dit geval: er is een onge lijke deelname aan het onderwijs en de mensen uit lagere milieus hebben minder kansen -- voor kennis geving aanneemt en er geen enkel beleidsvoornemen aan koppelt. Ik ben daar dubbel verbaasd over ge weest in de commissie is dat duidelijk tot ui ting gekomen omdat wethouder Broeders er in het algemeen graag mee schermt dat hij alleen maar on derzoeken laat instellen als hij ze ook bestuurlijk kan gebruiken. De wethouder heeft dit argument bijvoorbeeld gebruikt toen wij om een denominatie- onderzoek vroegen: een dergelijk onderzoek zou pas gewenst zijn als duidelijk is dat men er ook be stuurlijk iets mee kan gaan doen. Welnu, de wet houder heeft het generatie-onderzoek schoolverla ters laten instellen en hij heeft de conclusies op

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1329