5 FEBRUARI 1976 132 openbare werken en ik moet eerlijk zeggen dat het nog jaren op zich kan laten wachten. Het tweede aspect van de behandeling van dit agendapunt wordt gevormd door de binnengekomen be zwaren. De heer Beckers heeft een voorzet aan de V.V.D. gegeven, aan de beoordeling waarvan ik mij verder onttrek. De heer Ten Wolde heeft gevraagd hoe de situatie precies is. Zoals in het preadvies staat, is het college van mening dat de Kerkhofweg voor het bedienend verkeer bereikbaar moet zijn, aangezien een andere mogelijkheid niet bestaat. Wij zullen overigens proberen met enkele kunstgrepen het bedienend verkeer zo veel mogelijk te weren. Het aanleggen van verkeersdrempels is een mogelijk heid. Ik zeg de heer Ten Wolde graag toe dat wij over verdere studies, afspraken met bewoners en wat er verder nog gebeurt, in de commissie voor ruimte lijke ordening zullen spreken. Als wethouder wordt men betaald om af en toe op zijn donder te krijgen. Wanneer dat terecht ge beurt heb ik er geen moeite meemaar ik heb ont stellend veel moeite met de niet gefundeerde en on gerechtvaardige kritiek van de heer Beckers, die zelf bij interruptie aan het adres van een ander raadslid heeft gezegd dat diens uitlatingen een beetje buiten de orde en zeker niet volgens de waar heid zouden zijn. Op mijn beurt wil ik aan het adres van de heer Beckers precies hetzelfde zeggen. Het is zeker niet volgens de waarheid dat er, zoals de heer Beckers heeft gezegd, sedert dit college aan het bewind is minder activiteiten op het gebied van de sociale woningbouw zijn verricht. Ik vind dat wij dit duidelijk tegen elkaar moeten zeggen en ik heb daarbij de publieke tribune of de heer Beckers niet nodig. De heer Beckers dient na te gaan wat er wèl is gebeurd. Er is in het kader van het bouwpro gramma van Breda inderdaad een gebrek aan bouwgrond. Dat betekent niet dat wijzoals de heer Beckers wil, elk stukje grond met sociale woningbouw moeten volzetten. Ik vind dat iedereen in Breda recht heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 132