16 SEPTEMBER 1976 1330 tafel; ik verwacht dus van de wethouder niets an ders dan dat hij er iets mee gaat doen. Wie schetst echter onze verbazing, toen wij constateerden dat de wethouder het rapport voor kennisgeving laat aannemen en nog eens een onderzoek laat instellen, zonder één beleidsvoornemen! Dit is veel minder dan wij aanvaardbaar vinden en wij zouden de wet houder en in hem het gehele college willen vragen op dit rapport een soort beleidsnota van uit de onderwijssector te laten volgen waarin wordt aangegeven welke mogelijkheden er op gemeen telijk niveau zijn om de ongelijkheid ongedaan te maken. Reeds vaker hebben wij aangegeven dat wij te dien aanzien in twee richtingen denken: ener zijds het verbeteren van het onderwijs sec, ander zijds het steeds meer betrekken van de mensen in de wijken bij het maatschappelijk gebeuren om de motivatie voor het volgen van onderwijs steeds groter te laten worden. Op dit punt willen onze fracties graag een motie indienen. In de raadsvergadering van 24 juni hebben wij dit al aan de andere fracties doorgege ven. De indiening is vervolgens uitgesteld tot 28 juni en vandaag komt de motie dan eindelijk ter tafel De heer Welschen dient vervolgens een motie in die als volgt luidt: "De raad van de gemeente Breda, in vergadering bijeen op 16 september 1976, gehoord de discussies rond het rapport gene ratie-onderzoek schoolverlaters basisonder wijs 1968, kennis genomen hebbend van de belangrijkste conclusies van het rapport: - kinderen uit een "laag" milieu hebben een duidelijke achterstand in deelnamepercenta ge aan hoger gekwalificeerde vormen van voortgezet onderwi j s - deze kinderen hebben minder goede resulta ten in het voortgezet onderwijs,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1976 | | pagina 1330